Leesduur: ± 5 min.

Het Houtkamp College in Doetinchem is sinds 2022 van start gegaan met onze digitale lesmethode Tijd voor Geschiedenis. De school was op zoek naar een online methode waarin meerdere vakken terugkomen. Lotte Fidder, docent op Het Houtkamp College, vertelt waarom de keuze op onze digitale lesmethode is gevallen. 

Lotte Fidder (33 jaar), is docent geschiedenis en levensbeschouwing. Het Houtkamp College is een school in opbouw, ontstaan uit een fusie van verschillende scholen. Hierdoor is de school nog flink in ontwikkeling. Alle vakken zijn onderverdeeld in leergebieden, waar aardrijkskunde en geschiedenis nu hun eigen methode hebben gekregen. Zo werken geschiedenis en levensbeschouwing docenten nu met Tijd voor Geschiedenis.

“We waren echt op zoek naar een online methode", start Lotte haar verhaal. "Tijd voor Geschiedenis sprak ons direct aan, omdat hierin veel mogelijk is. Ook qua het zelf toevoegen van materiaal. Bij ons is het de bedoeling dat we de methode als basis gebruiken en er vervolgens zelf nog veel aan toevoegen", aldus Lotte.

Makkelijk zelf materiaal toevoegen

Zo voegt ze zelf veel materiaal toe voor het vak levensbeschouwing. Hierbij is het voor Lotte en haar collega’s belangrijk dat de lesstof voor de leerlingen één overzichtelijk geheel is. “Nu staat het materiaal op één plek en dit werkt beter dan losse bladen. Zo is het voor de leerlingen het duidelijkst. En op deze manier is
er minder onderscheid tussen levensbeschouwing en geschiedenis. Dat is prettig, want bij ons werken wij aan een geheel.”

Meer uitdaging voor de leerlingen

De methode die Lotte en haar collega’s voorheen gebruikten, was alleen voor het vmbo beschikbaar en niet voor het havo en vwo. “Dat was wel echt een gemis. We merkten dat de lesstof niet op het niveau lag van de leerlingen. En nu is dit wél het geval. De leerlingen worden meer uitgedaagd. Ook zitten er veel vaardigheden in Tijd voor Geschiedenis. Ik merk dat de leerlingen in de lessen veel meer bezig zijn en meer worden geprikkeld en uitgedaagd. Het werkt gewoon veel fijner.”

Heel gebruiksvriendelijk

Lotte vertelt hoe zij en haar collega's Tijd voor Geschiedenis voor het eerst ervaarden.  “Er was makkelijk contact te leggen met de makers. We kregen een proefaccount, hebben er allemaal doorheen geklikt en merkten dat het enorm overzichtelijk was. De methode is heel erg gebruiksvriendelijk. We merkten het ook bij de leerlingen, ze konden er meteen hun gang mee gaan. En wij als collega’s ook.” Daarbij geeft Lotte aan dat zij en haar collega’s vanuit leerdoelen werken en hierop toetsen. Zij gebruiken de leerdoelen uit de methode of vormen deze om. Ook mede hierom sloot de methode goed aan op hun manier van werken.

Naast dat de methode zelf erg aansprak, geeft Lotte aan dat er vanaf het begin altijd goed contact is geweest met de makers. “Vragen worden snel beantwoord en adviseurs komen altijd langs zodra je daar behoefte aan hebt. Je wordt er echt in begeleid, wat erg fijn is.”

Testen met toetsen

Lotte en haar collega’s hebben nog niet getoetst in de methode. “Nee, dit hebben we nog niet gedaan, maar we hebben wel vragen uit de methode gehaald voor eigen toetsen en opdrachten. Dit willen wij nog wel graag binnen de methode gaan doen, waarschijnlijk in de volgende periode.” Ook wil Lotte aankomende tijd meer met de planner gaan werken, zodat ze alle opdrachten per week klaar kan zetten. Op deze manier kunnen haar studenten zelfstandiger en verder vooruit werken.

Ontdekkingsfase

Lotte geeft aan dat zij nu nog in de ontdekkingsfase zit. “Over een tijd kan ik nóg meer vertellen over de voortgang
van de leerlingen en kan ik mijn ervaring delen over het toetsen binnen de methode.” Daar houden we je aan, Lotte.
Wordt vervolgd dus!

Wil jij ook ontdekken of Tijd voor Geschiedenis past bij jouw manier van lesgeven?

Vraag vandaag nog een gratis proefaccount aan en ontdek het zelf!

Jouw studenten zijn de (actieve) deelnemende burgers van morgen. Aan jou de taak om hen zo goed mogelijk voor te bereiden op hun toekomstige rol in de arbeidsmarkt en maatschappij. Maar hoe pak je dit aan? Generation 24/7 is dé digitale lesmethode voor het mbo waarin Burgerschap en loopbaanontwikkeling begeleiding (LOB) samenkomen. Deze methode biedt jou alle handvatten die je nodig hebt om jouw studenten klaar te stomen voor de toekomst.

Stel je eens voor. Een methode die jouw werkdruk verlaagt, helpt bij het vormgeven van het vak burgerschap én de student helpt bij het ontwikkelen van soft skills, zoals empathie, zelfkennis, creatief denken en ondernemerschap. Dát is Generation 24/7. Door de heldere structuur - die voor elke situatie op maat te maken is - is deze methode eenvoudig te volgen. Voor de student én de docent.

Burgerschap én LOB

Maar dat niet alleen. Deze digitale methode combineert burgerschap en LOB. Een combinatie die volgens ons onmisbaar is om studenten niet alleen voor te bereiden op een

volwaardige deelname aan de maatschappij, maar óók klaar te stomen voor hun toekomstige beroep. Het voor LOB ontwikkelde materiaal in Generation 24/7 is op maat gemaakt, zodat het toepasbaar is op de persoonlijke situatie van iedere student.

Persoonlijk portfolio

De vier dimensies van burgerschap en de vijf competenties van LOB zijn de basis van de opbouw van Generation 24/7. Dit betekent overigens niet dat de methode via vaste routes behandeld moet worden. Via een planner kun je eenvoudig thematische routes voor je studenten inrichten. Hierbij kies je zelf hoe je een dimensie of competentie afrondt, bijvoorbeeld met Rubrics, toetsen of huiswerk. Alles samen vormt het persoonlijk portfolio, waarin de burgerschapsvorming en loopbaanontwikkeling begeleiding van de student staan beschreven

Aansluiting bij belevingswereld

Om studenten te motiveren moet je aansluiten bij hun belevingswereld. Daarom bestaat Generation 24/7 uit aansprekende opdrachten. Maar er is meer. De methode werkt ook met sector- en beroepsspecifiek materiaal én er wordt tweewekelijks ingespeeld op actuele thema’s. Dit bevordert de herkenbaarheid voor studenten, want wat zij leren heeft direct betrekking op hun toekomstige beroep.

Onmisbare combinatie

Ben jij ook overtuigd van het feit dat burgerschap en LOB een belangrijke combinatie zijn? Start vandaag nog met Generation 24/7 en leid jouw studenten op tot een burger van de maatschappij. Met een gratis proefaccount ontdek je vrijblijvend of deze methode past bij jouw klas.

De term DAFtoets staat voor diagnostische, adaptieve en formatieve toets. Wil je weten hoe we dit type toets toepassen in Tijd voor Geschiedenis? Lees dan snel verder.

We hebben al uitgebreid stilgestaan bij wat DAFtoetsen zijn. Ook lieten we toetsontwikkelaar Kirsten Nijhof aan het woord over DAFtoetsen in de praktijk om te vertellen waarom "leren leren" zo belangrijk is voor leerlingen. Maar hoe passen we de DAFtoets toe in onze methodes?

In onze methodes, waaronder Tijd voor Geschiedenis, zetten we de DAFtoets in om te meten of leerlingen de leerdoelen van het blok hebben behaald. Haalt de leerling bij de eerste toets een doel niet, dan volgt extra uitleg en twee keer een nieuwe kans om het doel alsnog te behalen. Aan het einde van de toets verschijnt een rapport met de behaalde leerdoelen en de RTTI-score.

We ontwikkelen de DAFtoets in het komende jaar verder voor alle hoofdstukken in Tijd voor Geschiedenis, maar ook in BeatsNbits en onze andere methodes.

Hoe passen we DAFtoetsen toe binnen Tijd voor Geschiedenis?

In Tijd voor Geschiedenis zijn de DAFtoetsen ontwikkeld per hoofdstuk voor de onderbouw. Bij ieder hoofdstuk is het kopje 'Test Jezelf' te vinden, dat leidt naar de DAFtoets van het betreffende hoofdstuk. Je kan een DAFtoets inzetten als diagnostische toets als een hoofdstuk volledig is behandeld om te kijken of de leerling de leerstof en vaardigheden beheerst. Op deze manier krijgen de leerlingen gericht inzicht in wat ze nog kunnen oefenen.

De leerling ontvangt feedback bij de vragen, zodat hij gericht kan terugkijken naar de leerstof en vaardigheden die horen bij dat leerdoel. De eerste vervolgtoets is adaptief, doordat alleen vragen terugkomen van de leerdoelen die de leerling nog niet beheerst. Na het maken van deze vervolgtoets ontvangt de leerling nogmaals feedback. Ditzelfde principe geldt ook voor de tweede vervolgtoets, die wederom is gericht op de nog te oefenen leerdoelen. Met de DAFtoets kan de leerling gericht oefenen met de leerstof en vaardigheden die hij nog niet beheerst en kan de docent de les inrichten op specifieke onderwerpen en vaardigheden die meer aandacht nodig hebben.

Het eerste dat de leerling ziet bij het openen van de DAFtoets zijn de leerdoelen van het hoofdstuk, oftewel datgene wat de leerlingen moet kennen en kunnen. Deze leerdoelen vormen de basis van de DAFtoets. De eerste toets bestaat uit tien vragen, waarbij iedere vraag is gekoppeld aan een specifiek leerdoel. Heeft de leerling de toets doorlopen, dan wordt inzichtelijk gemaakt welke leerdoelen de leerling beheerst en welke niet.

Meer weten over onze DAFtoetsen? Neem gerust contact met ons op.

De term DAFtoets staat voor diagnostische, adaptieve en formatieve toets. Wil je weten hoe we dit type toets toepassen in BeatsNbits? Lees dan snel verder.

We hebben al uitgebreid stilgestaan bij wat DAFtoetsen zijn. Ook lieten we toetsontwikkelaar Kirsten Nijhof aan het woord over DAFtoetsen in de praktijk om te vertellen waarom "leren leren" zo belangrijk is voor leerlingen. Maar hoe passen we de DAFtoets toe in onze methodes?

In onze methodes, waaronder BeatsNbits, zetten we de DAFtoets in om te meten of leerlingen de leerdoelen van het blok hebben behaald. Haalt de leerling bij de eerste toets een doel niet, dan volgt extra uitleg en twee keer een nieuwe kans om het doel alsnog te behalen. Aan het einde van de toets verschijnt een rapport met de behaalde leerdoelen en de RTTI-score.

We ontwikkelen de DAFtoets in het komende jaar verder voor alle hoofdstukken in BeatsNbits, maar ook in Tijd voor Geschiedenis en onze andere methodes.

Hoe passen we DAFtoetsen toe binnen BeatsNbits?

In BeatsNbits zijn de DAFtoetsen te vinden in de herziening van leerjaar 1 (2021) onder de naam 'Test jezelf'. Ook in de volgende leerjaren van de herziening wordt in elk blok zo'n toets toegevoegd. Je kan de DAFtoets kan aan het einde van een blok inzetten als diagnostische toets om te bepalen of de leerling de stof beheerst. Het is ook mogelijk om de leerling een DAFtoets aan het begin van een blok te laten maken om te bepalen welke kennis en vaardigheden de leerling al beheerst, zodat de leerling en docent weten welke stof de leerling kan overslaan en welke stof hij uitgebreid moet bestuderen.

Het eerste dat de leerling ziet bij het openen van de DAFtoets zijn de leerdoelen van het hoofdstuk, oftewel datgene wat de leerlingen moet kennen en kunnen. Deze leerdoelen vormen de basis van de DAFtoets. De eerste toets bestaat uit tien vragen, waarbij iedere vraag is gekoppeld aan een specifiek leerdoel. Heeft de leerling de toets doorlopen, dan wordt inzichtelijk gemaakt welke leerdoelen de leerling beheerst en welke niet.

De leerling ontvangt feedback bij de vragen, zodat hij gericht kan terugkijken naar de leerstof en vaardigheden die horen bij dat leerdoel. De eerste vervolgtoets is adaptief, doordat alleen vragen terugkomen van de leerdoelen die de leerling nog niet beheerst. Na het maken van deze vervolgtoets ontvangt de leerling nogmaals feedback. Ditzelfde principe geldt ook voor de tweede vervolgtoets, die wederom is gericht op de nog te oefenen leerdoelen. Met de DAFtoets kan de leerling gericht oefenen met de leerstof en vaardigheden die hij nog niet beheerst en kan de docent de les inrichten op specifieke onderwerpen en vaardigheden die meer aandacht nodig hebben. Hiervoor kan hij de oefening in de vragenblokken gebruiken en de oefeningen bij Samenvatting en Skillz.

Meer weten over onze DAFtoetsen? Neem gerust contact met ons op.

“In mijn combinatiegroep 7•8 merk ik dat een groot  gedeelte van de leerlingen geen behoefte meer heeft aan de muzieklessen zoals ik gewend was deze te geven aan groep 3 tot en met 6. Ze vinden de liedjes saai en kinderachtig en zijn geïnteresseerd in muziek die meer “volwassen” is. Muziek waar zij zelf naar luisteren. De komende tijd ga ik in mijn klas de methode Popgroep 7•8 uitproberen en ik ben heel benieuwd hoe deze methode gaat aansluiten bij mijn klas. In een aantal blogs neem ik jou, de lezer, mee in mijn eerlijk en oprechte ervaring met deze methode. Wie ik ben? Dat lees je in dit blog!

Hoi! Ik ben Pien Roelofs, een vierdejaarsstudent aan de PABO in Rotterdam. Al vanaf het begin van mijn opleiding geniet ik het meest van het geven van cultuuronderwijs. Sinds ik zelf in groep 8 zat speel ik piano en op mijn vijftiende ben ik begonnen met improvisatietheater. In het eerste jaar van de PABO, toen ik begon met het geven van muzieklessen, merkte ik dat het gebruik van mijn keyboard hierbij een enorm voordeel is. Toch was dit nog niet ideaal, want ik had het idee dat het keyboard voor een barrière tussen mij en de klas zorgde… 

De oplossing was snel gevonden: met een oude gitaar van mijn tante, een pakje snaren en een stemapparaat ging ik aan de slag! Wel met een beetje hulp natuurlijk, want ik wist nog niks van gitaarspelen. Eerst leerde ik een paar makkelijke akkoorden en daarna zocht ik een liedje dat geschikt was voor mijn groep 4 - destijds. Het werd een lied over een tovenaar. Eerst zette ik mijn klas in de kring en vertelde ik een spannend verhaal over deze tovenaar, die op de zolder van de school zat opgesloten. Zelfs de grootste en stoerste jongen van de klas was ervan overtuigd dat we de tovenaar konden redden door het liedje te zingen. Tijdens het aanleren van het lied merkte ik inderdaad dat het gebruiken van een gitaar hierbij heel erg leuk was. Doordat ik met de kinderen in de kring zat, gaf dit écht het gevoel dat we samen aan het zingen waren. Sindsdien heb ik nooit meer een muziekles zonder mijn gitaar gegeven. 

Met liedjes over tovenaars moet je in groep 7 of 8 natuurlijk niet meer aankomen. Muziekles geven aan deze groep vind ik best een uitdaging, maar ik vind het wel heel belangrijk. Musiceren is een sociale activiteit, die zorgt voor een goede sfeer in de klas en die leerlingen leert samenwerken. Daarnaast helpt het bij de ontwikkeling van de hersenen. Bovendien is muziek maken gewoon ontzettend leuk - al ben ik als muziekfanaat natuurlijk wel een beetje bevooroordeeld - en dat wil ik aan mijn leerlingen meegeven!

In de volgende blog neem ik je mee in mijn eerste les met Popgroep 7•8. Blijf je mij volgen?”  

Zelf met Popgroep 7•8 aan de slag? Vraag hier een proefaccount aan.

We kunnen veel theorie delen over DAFtoetsen en waarom ze zo belangrijk zijn, maar soms moet je gewoon de praktijk laten praten. Toetsontwikkelaar Kirsten Nijhof legt uit hoe docenten met DAFtoetsen kunnen leren om een bijdrage te leveren aan het leren leren van leerlingen.

We hebben al uitgelegd wat DAFtoetsen zijn, maar wat betekent deze manier van diagnostische, adaptief en formatief toetsen nou eigenlijk in de praktijk?

Kirsten Nijhof is geschiedenisdocent en ontwikkelaar op de Amsterdam Liberal Arts & Sciences Academie (ALASCA), en daarnaast ook toetsontwikkelaar bij Tijd voor Geschiedenis. Op het ALASCA onderzoekt Kirsten de implementatie van metacognitie als motor voor de (professionele) ontwikkeling van leerlingen en docenten op haar school. Dit doet zij samen met de Werkplaats Onderwijsonderzoek Amsterdam.

Leren leren

Kirsten stelt dat het allemaal draait om "leren leren". Volgens haar zijn resultaten namelijk pas betekenisvol wanneer leerlingen er zelf echt wat van kunnen leren. "De meeste docenten zullen ernaar streven om goede lessen te maken die de leerlingen laten toewerken naar een betekenisvolle toets. Als geschiedenisdocent en ontwikkelaar op ALASCA, een innovatieve school in Amsterdam, heb ik makkelijk praten. Op onze school worden namelijk geen toetsen en cijfers gegeven: onze formatieve aanpak is erop gericht om leerlingen aan te sporen ambitieus te zijn en hun de kans te geven om te groeien. Om inzicht te krijgen in de ontwikkeling van de leerlingen maken we gebruik van rubrics, leerdoelen en formatieve toetsen, zoals de DAFtoetsen."

Metacognitief handelen

Kirsten onderzoekt dus de implementatie van metacognitie. Het draait hierbij om het eigen denken, handelen en leren te organiseren, te sturen en te controleren. Alsof je de PDCA-cyclus (plan, do, check, act) voor je eigen vaardigheden langsloopt: "wat moet ik doen?", "wat moet ik bereiken?", "hoe bereik ik dat doel?", "maak ik geen fouten, begrijp ik alles?" en "wat kan ik hiervan leren?". En vervolgens die reflectie meenemen voor het handelen in de toekomst.

Wanneer je leerlingen deze metacognitieve vaardigheden laat ontwikkelen, worden zij gedurende het leertraject steeds zelfstandiger. En met goede metacognitieve vaardigheden kunnen leerlingen een leertaak effectiever uitvoeren en dus steeds meer metacognitief gaan handelen. (Talenteducation, sd)

Fouten maken kun je (formatief) leren

Met DAFtoetsen kan een docent tussentijds vaststellen in hoeverre de leerdoelen zijn behaald bij het vak geschiedenis. Daarnaast krijgen leerlingen een kijkje in hun eigen leerproces en leren ze door fouten te maken iets groots te bereiken. Net zoals Winston Churchill leerde.

De Britse premier was iemand die in zijn leven fouten, of zelfs grote fouten, maakte. In de Eerste Wereldoorlog schreef Churchill aan zijn echtgenote Clementine: "Als ik geen fouten zou hebben gemaakt, zou ik ook niets hebben bereikt in mijn leven."

Verder groeien

En dit is uiteraard een overtuiging die wordt ondersteund door de DAFtoetsen. Leerlingen moeten namelijk de kans krijgen zichzelf te ontwikkelen en fouten te maken zonder dat daar gelijk een hard cijfer aan wordt gehangen. Door te leren leren komen leerlingen verder en krijgen ze de kans om verder te groeien.

Wil jij experimenteren met onze DAFtoetsen? Vraag dan gratis een proefaccount aan voor Tijd voor Geschiedenis of BeatsNbits!

‘Het is supercool om met je eigen lesmateriaal te werken’

Ze waren op zoek naar een digitale lesmethode voor het vak mens & maatschappij, maar vonden de bestaande methodes niet helemaal geschikt. Wat doe je dan? Nou, dan ontwikkel je ‘gewoon’ zelf een methode. Tom van den Eijnden en Jeroen Basten, docenten bij het Aeres VMBO in Almere, zijn de initiatiefnemers én auteurs achter de onlangs gelanceerde lesmethode Paspoort 21. In dit blog vertelt Tom hoe een idee is uitgegroeid tot een methode die nu al op meerdere scholen wordt gebruikt. 

Tom en Jeroen geven al een aantal jaar met veel plezier het vak mens & maatschappij op de vmbo-school in Almere. Een vak waarin veel onderwerpen samenkomen, zoals geschiedenis, aardrijkskunde, levensbeschouwing en maatschappijleer. En die verzameling van vakken is precies dé reden dat de docenten besloten een eigen methode te schrijven. Tom: “De bestaande methodes waren het voor ons nét niet. Te weinig gestructureerd en alle vakken liepen door elkaar heen. Dat kan beter, dachten we. Dus besloten we de stoute schoenen aan te trekken en zelf een methode te ontwikkelen.” 

Mee op reis

En zo geschiedde. Tom en Jeroen sloegen de handen in één en gingen schrijven. “Het uitgangspunt voor ons was om een methode te ontwikkelen die voor leerlingen écht leuk is om te volgen, en die past bij hun belevingswereld. Daarom speelt onze methode altijd in op de actualiteit. We nemen de leerlingen mee op een bijzondere reis, waarbij onze methode hun paspoort is tot de maatschappij”, legt Tom uit.

Onderscheidend 

Maar er zijn nóg meer punten waarop deze methode zich onderscheidt van andere methodes. Hierover vertelt Tom: “Omdat we de structuur misten bij bestaande methodes, was het voor ons belangrijk om dit juist wél aan te brengen. Leerlingen maken aan de hand van maatschappelijk actuele thema’s een reis door wereldwijde onderwerpen en tijdsperioden. Ieder thema kent een gelijke opbouw en bestaat uit vier paragrafen: oriëntatie, aardrijkskunde, geschiedenis en actualiteit.”

Methode groeit met de leerling mee

“Die reis maken leerlingen niet alleen, hier worden ze in begeleid. Naarmate ze verder komen in de methode wordt de reis steeds uitdagender. De methode groeit dus echt met de leerling mee. De teksten worden ieder thema een klein beetje groter, de vragen worden moeilijker en er zit een opbouw in tekstverwerking in de methode, die per thema steeds meer zelfstandigheid van de leerlingen vraagt.” 

Balletje gaan rollen

Goed, het idee om een eigen lesmethode te ontwikkelen is één ding. Maar hoe pak je dit aan, zodat het ook écht in de klas gebruikt kan worden? “In 2019 zijn Jeroen en ik naar een Vodix Academy (toen nog de ‘VO-Digitaal Academy’, naar de vroegere naam van de uitgever) geweest, waar we in gesprek kwamen met Ruben (adviseur bij Vodix, red.). Zij boden nog geen methode aan voor het vak mens & maatschappij, en wij deelden onze visie met hen. Eén en één is twee, dus vroeg Vodix ons om een nieuwe methode te ontwikkelen. Die uitdaging en mogelijkheid hebben wij met beide handen aangegrepen en zodoende is het balletje gaan rollen. Met onze input en hun expertise op het gebied van het ontwikkelen van digitale lesmethodes zijn we samen tot Paspoort 21 gekomen. En hoe gaaf: de methode wordt inmiddels al op meerdere scholen gebruikt!”

Werken met eigen materiaal 

“Als docent kan ik nu met mijn eigen materiaal werken. Dat is echt supercool! Maar nóg gaver vind ik het dat leerlingen goed op de methode reageren. Het is interactief, actueel, speels en leuk én het sluit aan bij hun belevingswereld. Dus ja, ik kan wel zeggen dat ons doel bereikt is.” 

Benieuwd of Paspoort 21 iets is voor jouw school? Lees hier meer over deze digitale lesmethode.  

Heb jij al gehoord van de DAFtoets? Niet? Dat kan kloppen, deze zijn namelijk door onszelf bedacht en zijn nu al te vinden in Tijd voor Geschiedenis & BeatsNbits! DAF staat voor diagnostisch, adaptief en formatief. Maar wat betekenen deze termen nou eigenlijk en wat is dan een DAFtoets? Dat leggen we je in dit blog haarfijn uit. 

Wat is een DAFtoets?

De DAFtoets is ontwikkeld om beter te voldoen aan de behoefte naar onderwijs dat meer formatief, gepersonaliseerd en gedifferentieerd is. Deze toets geeft elke leerling een persoonlijk overzicht van al dan niet behaalde leerdoelen. Op basis van een eerste reeks vragen krijgt de leerling herhalingsvragen en terugkoppeling naar de lesstof. Leerdoelen die zijn behaald komen niet meer terug.

Het idee achter een DAFtoets is dat de leerling op deze manier zelfstandig kan werken en zelf inzicht krijgt in zijn of haar leerproces. De leerling leert als het ware door fouten te maken. Een DAFtoets heeft elementen van diagnostische, adaptieve en formatieve toetsen.

Diagnostisch toetsen

Gedurende het leertraject is het belangrijk om te monitoren in hoeverre de leerling de lesstof beheerst. Diagnostische toetsen worden daarom tussentijds afgenomen, vanuit de toets krijgt de leerling feedback en wordt bekend welke onderwerpen meer aandacht vereisen. Een diagnostische toets wordt over het algemeen nagekeken en voorzien van feedback door de docent of een medeleerling (SLO, 2020). Echter, Vodix heeft ervoor gezorgd dat het systeem nakijkt. Er is binnen onze methodes dus geen docent nodig voor het nakijken van een diagnostische toets. Onze methodes geven automatisch feedback wanneer een vraag fout is beantwoord. Hierdoor krijgen leerlingen direct inzicht in hun leerproces. 

Adaptief toetsen

Bij adaptieve toetsen worden de opgaven tijdens de afname van de toets geselecteerd. Zo krijgt de leerling opgaven aangeboden die aansluiten bij zijn of haar niveau. Adaptief toetsen draagt - net als diagnostisch toetsen - bij aan het uitgangspunt van leren op maat: onderwijs is er vóór leerlingen en krijgt vorm dóór leerlingen.

Formatief toetsen

Iedere docent wil graag bijdragen aan de ontwikkeling van leerlingen. Om die ontwikkeling bij te houden kun je twee vormen van evaluering toepassen: formatieve en summatieve toetsing. Bij summatief toetsen draait het voornamelijk om het meten van kennis en vaardigheden van leerlingen op een bepaald moment, terwijl het bij formatief toetsen vooral gaat om het sturen en monitoren van de ontwikkeling van de leerling. Formatieve toetsen worden voorzien van feedback waarmee de leerling zich verder kan ontwikkelen. 

Voordelen van een DAFtoets

In een DAFtoets komen alle vormen van toetsen samen, met als uitgangspunt dat de leerling inzicht krijgt in zijn of haar vaardigheden en automatisch feedback ontvangt. De feedback is afhankelijk van hoe de leerling de toets maakt en wordt vervolgens gebruikt om adaptief herhalingsvragen te stellen, of koppelt de leerling terug naar bepaalde opnieuw te bestuderen lesstof. Dit levert voor docenten een sneller én beter overzicht op in welke fase een leerling zich bevindt en waar de behoefte ligt. Een DAFtoets past zich dus aan aan het niveau van de leerling. Wil jij experimenteren met onze DAFtoetsen? Vraag dan gratis een proefaccount aan voor Tijd voor Geschiedenis of BeatsNbits!

Nieuwsgierig hoe DAFtoetsen in de praktijk werken? Auteur Kirsten Nijhof neemt je in deze blog mee!

De wereld ontdekken en je rugzak vullen met kennis. Dát is het uitgangspunt van Paspoort 21, de nieuwe digitale lesmethode voor het vak mens & maatschappij. Deze methode is speciaal ontwikkeld voor de onderbouw op het vmbo en past bij de belevingswereld van de leerlingen. Samen met de docent gaan zij op een digitale ontdekkingsreis, waarmee zij hun paspoort creëren tot de maatschappij.

Stel je eens voor. Met een (digitale) rugzak om vertrek je op een bijzondere reis. Terug naar het verleden, waar je kennismaakt met pioniers die een belangrijke rol hebben gespeeld in de ontwikkeling van onze samenleving. Je reist verder door de tijd en je rugzak vult zich met kennis en vaardigheden. Dan beland je in het heden, waar relevante kwesties je leren over de samenleving anno nu. Aan het einde van de reis is je paspoort klaar. Het paspoort dat je ‘toegang’ geeft tot de maatschappij.

Theorie en verwerking in één leerproces

Dát is Paspoort 21 in een notendop. Deze nieuwe online lesmethode neemt leerlingen op een gestructureerde manier mee op ontdekkingsreis en behandelt relevante kwesties van vandaag de dag. Kernpunten van deze methode zijn de onderlinge verbondenheid tussen de thema’s, de chronologische opbouw van de inhoud, de toevoeging van actuele onderwerpen en de manier waarop theorie en verwerking samenkomen tot één logisch leerproces.

Voor én door docenten

Maar bovenal is het een methode die is ontwikkeld voor én door docenten. De auteurs van Paspoort 21 zijn Tom van den Eijnden en Jeroen Basten, docenten mens & maatschappij op een vmbo-school in Almere. Zij misten structuur in bestaande digitale methodes, waarop ze besloten om hun eigen lesmateriaal te ontwikkelen. In samenwerking met Vodix hebben zij een product neergezet dat de ins en outs van dit mooie vak helder overbrengt aan leerlingen. Ieder thema kent een gelijke opbouw en bestaat uit vier paragrafen: oriëntatie, aardrijkskunde, geschiedenis en actualiteit. Door de paragrafen heen komt ook economie aan bod.

Rode draad

Paspoort 21 onderscheidt zich door zijn leerlijn, die als een rode draad door de methode loopt. De leerlingen maken een reis door de wereld én de tijd. Als een echte reiziger kan de leerling de opgedane kennis meenemen in zijn of haar begrippen-backpack, een virtuele rugtas met belangrijke kernbegrippen die de leerling heeft verzameld. Deze kennis moeten de leerlingen ieder thema weer opnieuw gebruiken. Door deze doorlopende vorm van herhaling, verdieping en verwerking leren de leerlingen de maatschappij beter begrijpen en leren zij verbanden zien.

Ga mee op reis en krijg een rugzak cadeau

Ben je benieuwd naar Paspoort 21? Vraag een (gratis) proefaccount aan en ontdek hoe je jouw leerlingen kunt meenemen op een bijzondere ontdekkingsreis. Dan krijg je van ons een duurzame vilten Paspoort 21-rugzak cadeau, volledig gemaakt van gerecyclede frisdrankflessen.

Wie ons al langer volgt heeft vast wel eens gehoord van BeatsNbits, onze digitale methode voor het vak muziek waarmee leerlingen artistiek én cognitief worden uitgedaagd. Nieuw binnen BeatsNbits is Skillz, een trainingsprogramma dat helpt om leerlingen muziek beter te laten begrijpen. Maar bovenal is het een programma dat is ontwikkeld voor én door docenten. Michel Berendsen, uitgever van BeatsNbits, vertelt meer over het ontstaan van Skillz.

Iedere leerling is muzikaal, al is de één nét iets muzikaler dan de ander. Daarom is het belangrijk dat muziekonderwijs uitdagend is voor iedere leerling. Skillz is een trainingsprogramma met meer dan 12 onderdelen en 100+ levels waarmee leerlingen op speelse én interactieve wijze leren noten lezen, ritmes tikken, toonladders bouwen en instrumenten leren kennen. Hoe meer ‘skills’ zij ontwikkelen, hoe meer levels zij behalen. Hiermee is Skillz hét trainingsprogramma voor leerlingen van het voortgezet onderwijs om een betere muzikant te worden. Skillz past zich gemakkelijk aan het niveau van de leerling aan, waardoor het zowel in de onderbouw als in de bovenbouw gebruikt kan worden. Zelfs tot op conservatoriumniveau. 

Behoefte aan een meer uitgebreid trainingsprogramma 

“Er bestond al een soortgelijk trainingsprogramma binnen BeatsNbits, namelijk Skillbox”, vertelt Michel. “Dit werkte erg goed. Zo goed zelfs, dat er vanuit docenten behoefte was aan een meer uitgebreid trainingsprogramma om noten te lezen, het gehoor te trainen en ervaring op te doen met ritmes, toonladders en instrumenten. Dus besloten we om samen met ons team een programma te creëren dat nóg meer functies heeft dan Skillbox en tegelijkertijd eenvoudig in gebruik is.” 

Schets op papier

Terug naar de tekentafel dus, waar Michel met zijn team van ontwikkelaars aan de slag ging met een nieuw trainingsprogramma. “We zijn letterlijk begonnen met een schets op papier”, blikt Michel terug. “Wat moet het programma allemaal kunnen, wanneer gaan leerlingen door naar een volgend niveau, hoeveel levels moeten er zijn? Ons doel was om een programma te creëren waarin leerlingen door middel van game-elementen continu worden uitgedaagd om een hoger level te halen. Tegelijkertijd zijn we met onze technicus gaan sparren over de technische mogelijkheden van het trainingsprogramma. Hierbij is de input van docenten die al met BeatsNbits werken heel waardevol voor ons geweest, want hierdoor konden wij dit nieuwe trainingsprogramma op hun wensen laten aansluiten.” 

Mooie toevoeging

Wie denkt dat het lang geduurd heeft om Skillz te ontwikkelen, heeft het mis. In oktober 2021 zat het team voor het eerst met elkaar om tafel en in januari 2022 was Skillz al klaar voor gebruik. “Dat is inderdaad heel snel gegaan”, vertelt Michel lachend. “Maar we wisten eigenlijk gelijk dat dit een heel mooie toevoeging zou zijn voor BeatsNbits, waarmee we docenten en leerlingen écht verder kunnen helpen. Dus we zijn er met z’n allen vol enthousiasme mee aan de slag gegaan.” 

Geen toeters en bellen 

Een knap staaltje teamwork dus, dat heeft geresulteerd in een programma dat veel docenten al inzetten in de klas. “Het trainingsprogramma is makkelijk en efficiënt in gebruik, maar is tegelijkertijd heel uitgebreid. Het zit logisch in elkaar, zonder toeters en bellen”, licht Michel toe. “Maar de échte kracht van het programma zit ‘m in het feit dat het gekoppeld is aan BeatsNbits. Je kunt Skillz dus binnen deze lesmethode gebruiken. Hierdoor hoeven docenten geen externe programma’s aan te schaffen en kunnen zij in één vertrouwd systeem - met dezelfde inloggegevens - de verschillende onderdelen van de methode gebruiken én in één dashboard de vorderingen van de leerling volgen.”

Aan de slag met Skillz?

Ben jij na het lezen van dit artikel benieuwd naar het trainingsprogramma Skillz? Meld je vandaag nog aan en je ontvangt een proefaccount voor BeatsNbits. Daarna ontvang je tips & tricks om met Skillz te beginnen. Maak je al gebruik van BeatsNbits? Dan kun je meteen van start! En goed om te weten: Skillz is vanzelfsprekend gratis te gebruiken binnen de module van BeatsNbits. 

© Vodix 2022
Privacybeleid

crossmenu