‘Het is supercool om met je eigen lesmateriaal te werken’

Ze waren op zoek naar een digitale lesmethode voor het vak mens & maatschappij, maar vonden de bestaande methodes niet helemaal geschikt. Wat doe je dan? Nou, dan ontwikkel je ‘gewoon’ zelf een methode. Tom van den Eijnden en Jeroen Basten, docenten bij het Aeres VMBO in Almere, zijn de initiatiefnemers én auteurs achter de onlangs gelanceerde lesmethode Paspoort 21. In dit blog vertelt Tom hoe een idee is uitgegroeid tot een methode die nu al op meerdere scholen wordt gebruikt. 

Tom en Jeroen geven al een aantal jaar met veel plezier het vak mens & maatschappij op de vmbo-school in Almere. Een vak waarin veel onderwerpen samenkomen, zoals geschiedenis, aardrijkskunde, levensbeschouwing en maatschappijleer. En die verzameling van vakken is precies dé reden dat de docenten besloten een eigen methode te schrijven. Tom: “De bestaande methodes waren het voor ons nét niet. Te weinig gestructureerd en alle vakken liepen door elkaar heen. Dat kan beter, dachten we. Dus besloten we de stoute schoenen aan te trekken en zelf een methode te ontwikkelen.” 

Mee op reis

En zo geschiedde. Tom en Jeroen sloegen de handen in één en gingen schrijven. “Het uitgangspunt voor ons was om een methode te ontwikkelen die voor leerlingen écht leuk is om te volgen, en die past bij hun belevingswereld. Daarom speelt onze methode altijd in op de actualiteit. We nemen de leerlingen mee op een bijzondere reis, waarbij onze methode hun paspoort is tot de maatschappij”, legt Tom uit.

Onderscheidend 

Maar er zijn nóg meer punten waarop deze methode zich onderscheidt van andere methodes. Hierover vertelt Tom: “Omdat we de structuur misten bij bestaande methodes, was het voor ons belangrijk om dit juist wél aan te brengen. Leerlingen maken aan de hand van maatschappelijk actuele thema’s een reis door wereldwijde onderwerpen en tijdsperioden. Ieder thema kent een gelijke opbouw en bestaat uit vier paragrafen: oriëntatie, aardrijkskunde, geschiedenis en actualiteit.”

Methode groeit met de leerling mee

“Die reis maken leerlingen niet alleen, hier worden ze in begeleid. Naarmate ze verder komen in de methode wordt de reis steeds uitdagender. De methode groeit dus echt met de leerling mee. De teksten worden ieder thema een klein beetje groter, de vragen worden moeilijker en er zit een opbouw in tekstverwerking in de methode, die per thema steeds meer zelfstandigheid van de leerlingen vraagt.” 

Balletje gaan rollen

Goed, het idee om een eigen lesmethode te ontwikkelen is één ding. Maar hoe pak je dit aan, zodat het ook écht in de klas gebruikt kan worden? “In 2019 zijn Jeroen en ik naar een Vodix Academy (toen nog de ‘VO-Digitaal Academy’, naar de vroegere naam van de uitgever) geweest, waar we in gesprek kwamen met Ruben (adviseur bij Vodix, red.). Zij boden nog geen methode aan voor het vak mens & maatschappij, en wij deelden onze visie met hen. Eén en één is twee, dus vroeg Vodix ons om een nieuwe methode te ontwikkelen. Die uitdaging en mogelijkheid hebben wij met beide handen aangegrepen en zodoende is het balletje gaan rollen. Met onze input en hun expertise op het gebied van het ontwikkelen van digitale lesmethodes zijn we samen tot Paspoort 21 gekomen. En hoe gaaf: de methode wordt inmiddels al op meerdere scholen gebruikt!”

Werken met eigen materiaal 

“Als docent kan ik nu met mijn eigen materiaal werken. Dat is echt supercool! Maar nóg gaver vind ik het dat leerlingen goed op de methode reageren. Het is interactief, actueel, speels en leuk én het sluit aan bij hun belevingswereld. Dus ja, ik kan wel zeggen dat ons doel bereikt is.” 

Benieuwd of Paspoort 21 iets is voor jouw school? Lees hier meer over deze digitale lesmethode.  

Heb jij al gehoord van de DAFtoets? Niet? Dat kan kloppen, deze zijn namelijk door onszelf bedacht en zijn nu al te vinden in Tijd voor Geschiedenis & BeatsNbits! DAF staat voor diagnostisch, adaptief en formatief. Maar wat betekenen deze termen nou eigenlijk en wat is dan een DAFtoets? Dat leggen we je in dit blog haarfijn uit. 

Wat is een DAFtoets?

De DAFtoets is ontwikkeld om beter te voldoen aan de behoefte naar onderwijs dat meer formatief, gepersonaliseerd en gedifferentieerd is. Deze toets geeft elke leerling een persoonlijk overzicht van al dan niet behaalde leerdoelen. Op basis van een eerste reeks vragen krijgt de leerling herhalingsvragen en terugkoppeling naar de lesstof. Leerdoelen die zijn behaald komen niet meer terug.

Het idee achter een DAFtoets is dat de leerling op deze manier zelfstandig kan werken en zelf inzicht krijgt in zijn of haar leerproces. De leerling leert als het ware door fouten te maken. Een DAFtoets heeft elementen van diagnostische, adaptieve en formatieve toetsen.

Diagnostisch toetsen

Gedurende het leertraject is het belangrijk om te monitoren in hoeverre de leerling de lesstof beheerst. Diagnostische toetsen worden daarom tussentijds afgenomen, vanuit de toets krijgt de leerling feedback en wordt bekend welke onderwerpen meer aandacht vereisen. Een diagnostische toets wordt over het algemeen nagekeken en voorzien van feedback door de docent of een medeleerling (SLO, 2020). Echter, Vodix heeft ervoor gezorgd dat het systeem nakijkt. Er is binnen onze methodes dus geen docent nodig voor het nakijken van een diagnostische toets. Onze methodes geven automatisch feedback wanneer een vraag fout is beantwoord. Hierdoor krijgen leerlingen direct inzicht in hun leerproces. 

Adaptief toetsen

Bij adaptieve toetsen worden de opgaven tijdens de afname van de toets geselecteerd. Zo krijgt de leerling opgaven aangeboden die aansluiten bij zijn of haar niveau. Adaptief toetsen draagt - net als diagnostisch toetsen - bij aan het uitgangspunt van leren op maat: onderwijs is er vóór leerlingen en krijgt vorm dóór leerlingen.

Formatief toetsen

Iedere docent wil graag bijdragen aan de ontwikkeling van leerlingen. Om die ontwikkeling bij te houden kun je twee vormen van evaluering toepassen: formatieve en summatieve toetsing. Bij summatief toetsen draait het voornamelijk om het meten van kennis en vaardigheden van leerlingen op een bepaald moment, terwijl het bij formatief toetsen vooral gaat om het sturen en monitoren van de ontwikkeling van de leerling. Formatieve toetsen worden voorzien van feedback waarmee de leerling zich verder kan ontwikkelen. 

Voordelen van een DAFtoets

In een DAFtoets komen alle vormen van toetsen samen, met als uitgangspunt dat de leerling inzicht krijgt in zijn of haar vaardigheden en automatisch feedback ontvangt. De feedback is afhankelijk van hoe de leerling de toets maakt en wordt vervolgens gebruikt om adaptief herhalingsvragen te stellen, of koppelt de leerling terug naar bepaalde opnieuw te bestuderen lesstof. Dit levert voor docenten een sneller én beter overzicht op in welke fase een leerling zich bevindt en waar de behoefte ligt. Een DAFtoets past zich dus aan aan het niveau van de leerling. Wil jij experimenteren met onze DAFtoetsen? Vraag dan gratis een proefaccount aan voor Tijd voor Geschiedenis of BeatsNbits!

Nieuwsgierig hoe DAFtoetsen in de praktijk werken? Auteur Kirsten Nijhof neemt je in deze blog mee!

De wereld ontdekken en je rugzak vullen met kennis. Dát is het uitgangspunt van Paspoort 21, de nieuwe digitale lesmethode voor het vak mens & maatschappij. Deze methode is speciaal ontwikkeld voor de onderbouw op het vmbo en past bij de belevingswereld van de leerlingen. Samen met de docent gaan zij op een digitale ontdekkingsreis, waarmee zij hun paspoort creëren tot de maatschappij.

Stel je eens voor. Met een (digitale) rugzak om vertrek je op een bijzondere reis. Terug naar het verleden, waar je kennismaakt met pioniers die een belangrijke rol hebben gespeeld in de ontwikkeling van onze samenleving. Je reist verder door de tijd en je rugzak vult zich met kennis en vaardigheden. Dan beland je in het heden, waar relevante kwesties je leren over de samenleving anno nu. Aan het einde van de reis is je paspoort klaar. Het paspoort dat je ‘toegang’ geeft tot de maatschappij.

Theorie en verwerking in één leerproces

Dát is Paspoort 21 in een notendop. Deze nieuwe online lesmethode neemt leerlingen op een gestructureerde manier mee op ontdekkingsreis en behandelt relevante kwesties van vandaag de dag. Kernpunten van deze methode zijn de onderlinge verbondenheid tussen de thema’s, de chronologische opbouw van de inhoud, de toevoeging van actuele onderwerpen en de manier waarop theorie en verwerking samenkomen tot één logisch leerproces.

Voor én door docenten

Maar bovenal is het een methode die is ontwikkeld voor én door docenten. De auteurs van Paspoort 21 zijn Tom van den Eijnden en Jeroen Basten, docenten mens & maatschappij op een vmbo-school in Almere. Zij misten structuur in bestaande digitale methodes, waarop ze besloten om hun eigen lesmateriaal te ontwikkelen. In samenwerking met Vodix hebben zij een product neergezet dat de ins en outs van dit mooie vak helder overbrengt aan leerlingen. Ieder thema kent een gelijke opbouw en bestaat uit vier paragrafen: oriëntatie, aardrijkskunde, geschiedenis en actualiteit. Door de paragrafen heen komt ook economie aan bod.

Rode draad

Paspoort 21 onderscheidt zich door zijn leerlijn, die als een rode draad door de methode loopt. De leerlingen maken een reis door de wereld én de tijd. Als een echte reiziger kan de leerling de opgedane kennis meenemen in zijn of haar begrippen-backpack, een virtuele rugtas met belangrijke kernbegrippen die de leerling heeft verzameld. Deze kennis moeten de leerlingen ieder thema weer opnieuw gebruiken. Door deze doorlopende vorm van herhaling, verdieping en verwerking leren de leerlingen de maatschappij beter begrijpen en leren zij verbanden zien.

Ga mee op reis en krijg een rugzak cadeau

Ben je benieuwd naar Paspoort 21? Vraag een (gratis) proefaccount aan en ontdek hoe je jouw leerlingen kunt meenemen op een bijzondere ontdekkingsreis. Dan krijg je van ons een duurzame vilten Paspoort 21-rugzak cadeau, volledig gemaakt van gerecyclede frisdrankflessen.

Wie ons al langer volgt heeft vast wel eens gehoord van BeatsNbits, onze digitale methode voor het vak muziek waarmee leerlingen artistiek én cognitief worden uitgedaagd. Nieuw binnen BeatsNbits is Skillz, een trainingsprogramma dat helpt om leerlingen muziek beter te laten begrijpen. Maar bovenal is het een programma dat is ontwikkeld voor én door docenten. Michel Berendsen, uitgever van BeatsNbits, vertelt meer over het ontstaan van Skillz.

Iedere leerling is muzikaal, al is de één nét iets muzikaler dan de ander. Daarom is het belangrijk dat muziekonderwijs uitdagend is voor iedere leerling. Skillz is een trainingsprogramma met meer dan 12 onderdelen en 100+ levels waarmee leerlingen op speelse én interactieve wijze leren noten lezen, ritmes tikken, toonladders bouwen en instrumenten leren kennen. Hoe meer ‘skills’ zij ontwikkelen, hoe meer levels zij behalen. Hiermee is Skillz hét trainingsprogramma voor leerlingen van het voortgezet onderwijs om een betere muzikant te worden. Skillz past zich gemakkelijk aan het niveau van de leerling aan, waardoor het zowel in de onderbouw als in de bovenbouw gebruikt kan worden. Zelfs tot op conservatoriumniveau. 

Behoefte aan een meer uitgebreid trainingsprogramma 

“Er bestond al een soortgelijk trainingsprogramma binnen BeatsNbits, namelijk Skillbox”, vertelt Michel. “Dit werkte erg goed. Zo goed zelfs, dat er vanuit docenten behoefte was aan een meer uitgebreid trainingsprogramma om noten te lezen, het gehoor te trainen en ervaring op te doen met ritmes, toonladders en instrumenten. Dus besloten we om samen met ons team een programma te creëren dat nóg meer functies heeft dan Skillbox en tegelijkertijd eenvoudig in gebruik is.” 

Schets op papier

Terug naar de tekentafel dus, waar Michel met zijn team van ontwikkelaars aan de slag ging met een nieuw trainingsprogramma. “We zijn letterlijk begonnen met een schets op papier”, blikt Michel terug. “Wat moet het programma allemaal kunnen, wanneer gaan leerlingen door naar een volgend niveau, hoeveel levels moeten er zijn? Ons doel was om een programma te creëren waarin leerlingen door middel van game-elementen continu worden uitgedaagd om een hoger level te halen. Tegelijkertijd zijn we met onze technicus gaan sparren over de technische mogelijkheden van het trainingsprogramma. Hierbij is de input van docenten die al met BeatsNbits werken heel waardevol voor ons geweest, want hierdoor konden wij dit nieuwe trainingsprogramma op hun wensen laten aansluiten.” 

Mooie toevoeging

Wie denkt dat het lang geduurd heeft om Skillz te ontwikkelen, heeft het mis. In oktober 2021 zat het team voor het eerst met elkaar om tafel en in januari 2022 was Skillz al klaar voor gebruik. “Dat is inderdaad heel snel gegaan”, vertelt Michel lachend. “Maar we wisten eigenlijk gelijk dat dit een heel mooie toevoeging zou zijn voor BeatsNbits, waarmee we docenten en leerlingen écht verder kunnen helpen. Dus we zijn er met z’n allen vol enthousiasme mee aan de slag gegaan.” 

Geen toeters en bellen 

Een knap staaltje teamwork dus, dat heeft geresulteerd in een programma dat veel docenten al inzetten in de klas. “Het trainingsprogramma is makkelijk en efficiënt in gebruik, maar is tegelijkertijd heel uitgebreid. Het zit logisch in elkaar, zonder toeters en bellen”, licht Michel toe. “Maar de échte kracht van het programma zit ‘m in het feit dat het gekoppeld is aan BeatsNbits. Je kunt Skillz dus binnen deze lesmethode gebruiken. Hierdoor hoeven docenten geen externe programma’s aan te schaffen en kunnen zij in één vertrouwd systeem - met dezelfde inloggegevens - de verschillende onderdelen van de methode gebruiken én in één dashboard de vorderingen van de leerling volgen.”

Aan de slag met Skillz?

Ben jij na het lezen van dit artikel benieuwd naar het trainingsprogramma Skillz? Meld je vandaag nog aan en je ontvangt een proefaccount voor BeatsNbits. Daarna ontvang je tips & tricks om met Skillz te beginnen. Maak je al gebruik van BeatsNbits? Dan kun je meteen van start! En goed om te weten: Skillz is vanzelfsprekend gratis te gebruiken binnen de module van BeatsNbits. 

Als docent Burgerschap heb je vaak al genoeg op je bordje. Naast het geven van burgerschapslessen doceer je misschien ook andere vakken, begeleid je studenten, kijk je huiswerk na én woon je vergaderingen bij. Met de Interactieve Inleidingen – een nieuwe toevoeging aan onze methode Generation 24/7 – bieden wij je hulp bij het voorbereiden van je burgerschapslessen. Hiermee bespaar jij niet alleen kostbare tijd, maar het helpt je ook om je lessen structuur te geven. Lees maar!

Generation 24/7 is een digitale lesmethode voor het vak Burgerschap & LOB op het mbo, die studenten voorbereidt op de samenleving van de toekomst. Door middel van uitdagende opdrachten - die inspelen op relevante en actuele thema’s - leren zij hun mening te vormen, kritisch te denken én worden zij aangezet tot zelfreflectie. 

Hulp bij het voorbereiden van je lessen

Met een Interactieve Inleiding loop je tegelijkertijd met jouw studenten de les door. Met deze nieuwe functie word je door de opdrachtblokken van de verschillende themalessen geloodst én krijg je handreikingen voor de aanpak van de lessen. Handig, want dit scheelt jou veel tijd bij het voorbereiden van je lessen. Het enige dat je hoeft te doen is inloggen op je account van Generation 24/7 en je kunt aan de slag!

Meer structuur aan je les

Maar er is meer. De Interactieve Inleiding is tevens een hulpmiddel om je les structuur te geven. Het programma volgt de opbouw van het thema dat centraal staat in jouw les en linkt door naar gekoppelde opdrachten, waarmee studenten zelfstandig aan de slag kunnen. In de klas, in de bibliotheek, of zelfs thuis. 

Aan de slag met Interactieve Inleiding 

Interactieve Inleiding is sinds kort toegevoegd aan het lesmateriaal in de methode Generation 24/7. Log in op je account en je vindt deze nieuwe functie bij de themalessen onder het kopje ‘voor de docent’. En ook heel fijn: het is helemaal gratis! 

Veel docenten geven leerlingen gedetailleerde feedback op hun werk en opdrachten, in de hoop dat leerlingen hiervan leren en de feedback een daaropvolgende keer toepassen. Goede feedback zorgt ervoor dat de leerling beter leert van zijn fouten, maar het geven van feedback kost docenten een hoop tijd. Leerlingen elkaar feedback laten geven kan een goede oplossing zijn. Dit noemen we een ‘peer review’. Het bespaart jou als docent tijd, maar het heeft nog veel meer voordelen - vooral voor jouw leerlingen!  

Wat is een peer review?

Bij een peer review kijken leerlingen elkaars werk of opdrachten na. Het gaat hierbij niet om het geven van kritiek, maar van elkaar leren. Wanneer leerlingen een opdracht hebben gemaakt, ontvangt een medeleerling zijn werk om te beoordelen. Deze medeleerling leest het ontvangen werk eerst een keer in zijn geheel, zodat diegene een beeld krijgt van het werk. Daarna leest de medeleerling het opnieuw en schrijft hij tussendoor opmerkingen en vragen op. Als al het werk is doorgelezen, geeft de leerling een gedetailleerde beoordeling van de nagekeken opdracht. Deze laatste stap is de uiteindelijke peer review.

De voordelen

Veel onderzoekers en docenten zien peer reviews als ‘de meest effectieve manier van nakijken om het leren van leerlingen te verbeteren’. Leerlingen elkaars werk laten nakijken verlaagt bijvoorbeeld de werkdruk van docenten. Het heeft ook veel voordelen voor leerlingen zelf:

Waar moet een peer review uit bestaan?

De opbouw van een peer review kan worden gezien als een omgekeerde piramide. De belangrijkste informatie komt bovenaan, gevolgd door ondersteunende details. Het is belangrijk dat leerlingen elkaars opdrachten in zijn geheel nakijken en niet elke zin apart beoordelen. Dan kan het namelijk een wedstrijd worden wie de meeste spelfouten eruit haalt, maar het gaat natuurlijk om de inhoud. Hieronder zetten we de onderdelen van een goede peer review op een rij:

1. Samenvatting en indruk

Hier vat de nakijkende leerling in eigen woorden samen wat de medeleerling heeft onderzocht, en geeft zijn of haar algemene indruk van het werk. Dit deel van de peer review bevat inzichten op een hoger niveau. Bijvoorbeeld wat de leerling goed en minder goed heeft gedaan in de opdracht. Deze feedback helpt de leerling om te begrijpen of de opdracht de algemene doelstelling heeft bereikt. Ook laat het de leerling zien waar hij/zij aan kan werken in volgende opdrachten.

2. Bewijsmateriaal en ondersteunende voorbeelden

Dit onderdeel bevat specifieke voorbeelden om de feedback te onderbouwen. Als de nakijkende leerling bijvoorbeeld bij stap één heeft gezegd dat dingen overtuigend zijn verwoord, kan daarvan een specifiek voorbeeld worden gegeven. Aan de andere kant, als hij vindt dat het onduidelijk geschreven is, geeft de beoordelende leerling aan waarom diegene dat vindt. Kies daarbij het voorbeeld dat het beste bij de feedback past. Dit laat de leerling waarvan het werk wordt nagekeken zien hoe hij/zij volgende opdrachten kan verbeteren.

3. Aanvullende opmerkingen

Tot slot kunnen leerlingen tijdens het nakijken van elkaars werk aanvullende opmerkingen toevoegen. Dit kan kritiek zijn, maar kan ook worden gebruikt om complimenten te geven. Hiermee stimuleer je leerlingen om elkaar verder te beoordelen, waardoor zij meer regie op hun leerproces krijgen. Je kunt leerlingen ook meer regie over hun leerproces geven door formatief te toetsen met rubrics.

Eenvoudig starten met peer reviews

In onze digitale methodes zijn er mogelijkheden om leerlingen elkaars werk te laten nakijken. Dit is binnen Tijd voor Geschiedenis, Paspoort 21 en BeatsNbits bijvoorbeeld te vinden via de knop ‘huiswerk nakijken’ op het dashboard.

Op deze manier leren leerlingen kritisch te kijken naar een antwoord, denk bijvoorbeeld aan of de medeleerling de vraag goed heeft gelezen, of er wel antwoord is gegeven op de vraag en of alle onderdelen zijn benoemd.

Bij Generation 24/7 gaat het nakijken van elkaars huiswerk vooral over reflectie. Hoe heeft een medeleerling een opdracht gemaakt? Wat is de inhoud? Kunnen we over de inhoud praten, reflecteren of discussiëren? Daar gaat het bij de peer review om het samen leren kijken naar de maatschappij, van elkaar leren en elkaar ondersteunen. De keuzeopdracht is een voorbeeld van een peer review en samenwerking. Hier doet een leerling onderzoek naar een maatschappelijk onderwerp en verwerkt dit op een creatieve manier. Vervolgens gaat de leerling in gesprek met medeleerlingen die feedback geven op aspecten als inhoud en vorm.

Arno Lodders is docent burgerschap op het Rijn IJssel College CIOS in Arnhem. Naast burgerschapslessen geeft Arno daarnaast de vakken rekenen, Nederlands, Engels en ICT. Ook is hij loopbaancoach en mentor, en begeleidt hij veel studenten en klassen. Op het gebied van ICT onderhoudt hij de systemen op het Rijn IJssel. Hij geeft les aan studenten van mbo-niveau drie en vier, daarvoor gebruikt hij onze methode Generation 24/7. Hij omschrijft Generation 24/7 als een prettige methode met veel gevarieerde opdrachten die altijd actueel is. We spraken met Arno over hoe hij zijn burgerschapslessen vormgeeft op het Rijn IJssel College.

Burgerschap: een divers vak

Er bestaat voor burgerschap (nog) geen opleiding, dus vroegen wij Arno hoe het is om burgerschap te geven terwijl hij daar niet is voor opgeleid: “Ten eerste vind ik het altijd heel leuk om nieuwe dingen te leren, daarnaast heb ik ook nog een achtergrond op de universiteit waar ik culturele antropologie heb gestudeerd. Dat is een culturele studie over hoe culturen met elkaar omgaan, en hoe normen en waarden zich tot elkaar verhouden. Heel relevant voor burgerschap dus”. Daarnaast heeft hij ook geschiedenis gestudeerd waarna hij begonnen is met lesgeven. Met al deze ervaringen is hij het burgerschapsonderwijs in gerold. Daaraan voegde hij toe: “Maar wat ik wel echt heel jammer vindt is dat er geen opleiding is voor burgerschap”.

Een gevarieerde en relevante methode

Het Rijn IJssel College gebruikt Generation 24/7 nu ruim één jaar: “Dit is het eerste jaar dat wij Generation 24/7 gebruiken. Ik ben bij een van jullie bijeenkomsten geweest en toen sprak de methode me erg aan, omdat de methode erg gevarieerd en up-to-date is”. Ook vroegen we Arno wat de doorslag gaf om voor onze methode te kiezen: “De andere methodes die we hebben bekeken waren vooral op papier, waardoor de opdrachten vaak verouderd zijn en er ook niks meer bijgewerkt kan worden, zoals actualiteiten. Dit is ook iets wat ik erg belangrijk vind in een methode en wat ik ook vaak bespreek met mijn klas.”. Wat Arno ook noodzakelijk vindt, is dat je het gemaakte werk kunt verantwoorden tegenover de inspectie, zodat ze kunnen controleren wat de studenten gedaan hebben. Dit geldt ook voor de docent zelf: “We kunnen ook kijken naar de antwoorden die de studenten hebben gegeven, bijvoorbeeld een ‘ja’ zonder uitleg.”.

Het belang van burgerschap

Arno vertelde hoe hij zijn lessen burgerschap afstemde op studenten, omdat zijn studenten de opleiding sport en bewegen volgen. Op het Rijn IJssel College is burgerschap eigenlijk een lange tijd het ondergeschoven kindje geweest. Twee jaar geleden waren er voor het vak twee tot drie opdrachten, en als studenten die gemaakt hadden, hadden ze het vak burgerschap afgerond. Arno zegt daarover: “Langzamerhand vinden wij burgerschap steeds belangrijker worden, kijk maar naar thema’s als ‘Black Lives Matter’ en ‘de LGBT-community’. Deze thema’s zijn toch nog vaak een taboe in de sport. Vanaf aankomend schooljaar gaan we wekelijks burgerschapslessen geven, een paar uur in de week. Tijdens de lessen gaan aan de slag met opdrachten uit de methode, de actualiteit en ons eigen lesmateriaal dat we eenvoudig aan de methode toe kunnen voegen.”.

Generation 24/7 sluit aan bij de belevingswereld van de student

Voordat het Rijn IJssel College begon met Generation 24/7, hebben ook een paar klassen een presentatie gehad van een van onze adviseurs: “Die studenten vinden de methode heel prettig werken, vinden het fijn dat de methode digitaal is en ze zijn blij dat er veel gevarieerde opdrachten in de methode zitten. De ene keer moeten ze een filmpje inleveren, en dan andere keer een verslag.”.

Een methode met structuur en duidelijkheid

We vroegen Arno naar zijn favoriete functionaliteit in de methode. “Ik hou echt van structuur en van veel duidelijkheid, en dat zit zeker in de methode. Wat mij heel veel tijd bespaart, is dat er al veel opdrachten in de methode zitten, zodat ik die niet zelf hoef te verzinnen. Je kan ook opdrachten aan en uit zetten, waardoor je sommige minder relevante opdrachten weg kan laten. Vervolgens kun je met de meest relevante lesstof aan de slag.”, kortom, je kunt zeer gevarieerd te werk gaan volgens Arno.  

Samenwerken met gedeelde planners

Daarnaast waren we benieuwd naar hoe docenten van het Rijn IJssel samenwerken voor het vak burgerschap. Arno vertelt ons dat ze dit voornamelijk door middel van planners doen: “Ik heb planners gemaakt voor alle collega’s die ook met Generation 24/7 werken. Daarnaast kunnen collega’s mij gelukkig ook selecteren, vervolgens krijgen alle collega’s en studenten de planners ook te zien. Superhandig!”. Ook noemde hij dat dit tijdens het afstandsonderwijs ook heel handig is, want alle studenten weten nu op afstand ook wat de planning is en welke opdrachten ze moeten maken.

Burgerschap met Generation 24/7

Toen Arno voor het eerst in aanraking kwam met Generation 24/7 was hij eigenlijk direct enthousiast. Daarnaast zijn zijn studenten ook heel positief over de digitale methode. Arno wil iedereen meegeven dat burgerschap een enorm belangrijk vak is en niet het onderschoven kindje zou moeten zijn. Met Generation 24/7 kan het Rijn IJssel College het vak optimaal vorm te geven, en daar is Arno blij mee.

Op het Matrix Lyceum in Drachten werken ze met leerlingen die een bijzondere onderwijsbehoefte hebben. Een groot deel van de leerlingen heeft een leerbeperking of ASS (autismespectrumstoornis). Hierdoor moet de docent per leerling een programma op maat aanbieden. In 2017 maakte geschiedenisdocent Jasper Hoekstra kennis met Tijd voor Geschiedenis en hij ontdekte al snel dat dit zomaar eens de oplossing zou kunnen zijn voor hun vraagstuk: “Bij de ‘reguliere’ fysieke methodes is het niet mogelijk om leerlingen écht een programma op maat aan te bieden. Selecteren in het onderwijsmateriaal is niet tot nauwelijks aanwezig of kost heel veel tijd.

Onderwijs op maat

Bij Tijd voor Geschiedenis kan ik per leerling een leerroute maken, op maat gemaakt voor de specifieke leerbehoefte van de leerling.” Dit was voor Jasper een belangrijk argument in de keuze, maar ook de tijdsbesparing speelt een grote rol: “Het gebruik van Tijd voor Geschiedenis bespaart mij ruim de helft van mijn tijd.

Het selecteren van het lesmateriaal is zo goed geïntegreerd in de methode en hetzelfde geldt voor de nakijkmogelijkheden. Dit scheelt veel tijd in de voorbereiding, maar ook in de les zelf. Hierdoor heb ik meer tijd over om de leerlingen individueel te begeleiden en om in te spelen op verschillen tussen leerlingen. Bovendien zorgt de RTTI-indeling van de opdrachten ervoor dat het voor de docenten duidelijk is waar het bij een specifieke leerling ‘fout’ gaat. Daarnaast kunnen de leerlingen ook zelfstandig aan de slag door middel van de ingebouwde planner.” Ook ‘kleinere’ aspecten spelen een wezenlijke rol: “Leerlingen raken vaak in de war als hun antwoord niet op de regeltjes van een fysiek werkboek past, in Tijd voor Geschiedenis hebben ze gelukkig alle ruimte die ze willen! De leerlingen ervaren werken met de methode ook als positief.”

Leerlingen met specifieke leerbehoefte

Jasper had na een paar keer rondkijken en uitproberen al vrij snel door dat de methode het team goed zou kunnen ondersteunen en stapte naar de directie: “De directie is door mij overgehaald om Tijd voor Geschiedenis voor ons aan te schaffen. Werken met een fysieke methode was voor het vak geschiedenis niet werkbaar voor zowel docent als leerling. Aan alle andere scholen met een specifieke leerbehoefte zou ik Tijd voor Geschiedenis absoluut aanraden.

"Zeker weten. Het is tijdbesparend, op maat voor de leerling en brengt voor docenten een hoop gemak mee.” Toch was het voor Jasper in het begin af en toe wel even zoeken: “Het kan wel even duren om het systeem achter de methode te doorgronden. Er kan heel veel met Tijd voor Geschiedenis, maar je moet jezelf eerst wel even de tijd gunnen om hier in te investeren. De samenwerking met de adviseurs is wat dat betreft prettig, ze staan je altijd te woord en denken goed mee.”

Tijdens de eerste coronagolf kregen we er al mee te maken: afstandsonderwijs. En nu moeten we er voor een tweede keer aan geloven. Opnieuw hebben we te maken met de plotselinge overgang naar onderwijs op afstand. Scholen zijn sinds de eerste lockdown op verschillende niveaus voorbereid. Maar zelfs in de beste omstandigheden kan het lesgeven op afstand de uitdagingen versterken die verbonden zijn aan persoonlijke situaties van leerlingen.

Succesvol lesgeven op afstand vereist eigenlijk veel van dezelfde dingen die je tijdens je reguliere lessen ook doet: duidelijkheid, beoordeling, controleren op begrip en tijdige feedback. Dat neemt niet weg dat de afstand uitdagingen toevoegt aan het lesgeven en leren. In dit blog geven we tips hoe je afstandsonderwijs zo effectief mogelijk inricht.

De balans tussen dialoog, structuur en autonomie

De transactional distance theory, ontwikkeld door Moore, stelt dat de transactionele afstand zowel  van toepassing is op de fysieke als psychologische afstand tussen de leerling, de inhoud van de online les en de docent. Dialoog, structuur en autonomie worden beschouwd als sleutelcomponenten die de leeropbrengsten van het afstandsonderwijs beïnvloeden. Wanneer deze componenten in balans zijn, leert een leerling effectief op afstand. Hoe minder de docent rechtstreeks contact heeft met de leerling, hoe meer autonomie de leerling zou moeten krijgen en hoe meer gestructureerd het afstandsonderwijs zou moeten zijn. De transactional distance theory kan docenten helpen bij het identificeren van hulpmiddelen en technieken die het lesgeven en leren op afstand kunnen verbeteren. 

Transtactional distance theory (Moore, M., 1973)

1.      Dialoog

Tijdens het afstandsonderwijs is het van belang om contact te houden met elkaar. De dialoog betreft hier zowel de  communicatie tussen de leerlingen en de docent als de communicatie tussen leerlingen onderling. De dialoog met en tussen leerlingen onderling kun je op verschillende manieren tot stand brengen:

2.      Structuur

Leerlingen hebben behoefte aan structuur, ongeacht of een les fysiek, hybride of online is. Vraag jezelf daarom het volgende af bij het maken van je online lessen: Hoe is het onderwijsprogramma opgebouwd? En wat is de flexibiliteit van het onderwijsprogramma? Het aanbrengen van structuur in je online lessen kan een uitdaging zijn. De volgende tips kunnen je helpen bij het aanbrengen van structuur in je online lessen:

3.      Autonomie

Welke mate van autonomie heeft een leerling bij het leren? Wanneer de transactionele afstand groot is, dan moet een leerling een grote mate van autonomie aankunnen. Zelfstandige leerlingen kunnen dus beter omgaan met deze afstand. De zelfsturing van leerlingen kun je bevorderen door:

Maak online leren zo interactief mogelijk

Om informatie actief te verwerken hebben leerlingen meer nodig dan alleen luisteren en lezen. Zeker online en met een kortere spanningsboog van de leerlingen is het belangrijk om je lessen ook online interactief te maken. Een uur lang zenden over een bepaald onderwerp is tijdens een reguliere les al lastig, laat staan als dat digitaal moet. Houd het dus bondig, bereid je goed voor en zet interactief lesmateriaal in om leerlingen bij de les te houden. 

Blijf in contact en zorg voor vaste contactmomenten

Juist wanneer onderwijs op afstand moet worden gegeven is het belangrijk om leerlingen houvast te bieden door vaste contactmomenten te bepalen. Tijdens deze vaste contactmomenten kun je bespreken waar de leerlingen mee bezig zijn en waar ze tegen aan lopen. Op deze manier houd je een oogje in het zijl en verlies je de controle niet. Je kunt vaste contactmomenten met leerlingen bijvoorbeeld organiseren via Teams, Zoom, Google Hangouts of via een live chat, zoals de live chat in onze digitale methode. Het frequent maar effectief contact houden met leerlingen maakt het afstandsonderwijs toegankelijker voor zowel de docent als de leerling, en hierdoor kunnen docenten eenvoudiger met leerlingen in contact blijven.

Werk met goede apparatuur

Er zijn verschillende tools beschikbaar die scholen de kans bieden om hun lessen online door te laten gaan. Vaak maken docenten voor afstandsonderwijs nog gebruik van telefooncamera’s of (onveilige) webcams. De kwaliteit van deze apparaten is vaak minimaal, waardoor ook de kwaliteit van het onderwijs op afstand belemmerd kan worden. Daarnaast brengen veel van deze gratis tools risico’s met zich mee, met name op het gebied van privacy. Met eenprofessioneel videoconferentie systeem waarborg je de kwaliteit van onderwijs op afstand en kun je er zeker van zijn dat je voldoet aan de AVG-wetgeving. Vervolgens is het natuurlijk van belang om de apparatuur te testen, doe dit ruim voor je start met je eerste les. Dit geld natuurlijk ook voor de leerlingen. Geef ook hen de eerste keer tijd om gewend te raken aan de techniek. 

Zorg voor blijvend effect

Misschien is het voor jou niet mogelijk om deze tips tegelijk te implementeren. Echter kunnen ze wel een leidraad bieden en is het aan te raden om deze tips in je achterhoofd te houden. Door ‘vallen en opstaan’ leren we steeds meer over het afstandsonderwijs. En samen streven we ernaar om het onderwijs op afstand stapsgewijs te verbeteren. Daarnaast moeten we onszelf ook afvragen of alles weer normaal wordt als leerlingen straks weer naar school mogen én welke positieve aspecten het lesgeven op afstand teweeg heeft gebracht. Er bestaat een kans dat er veranderingen in het onderwijssysteem zullen plaatsvinden, omdat leerlingen en docenten niet helemaal terug willen naar het oude systeem. Als docent is het van belang om ook hier in de komende periode al voorbereidingen in te treffen.

Hoe beslissen docenten of een opdracht van een leerling een voldoende of een goed verdient? Hoe kunnen mondelinge presentaties van leerlingen nauwkeurig en transparant geëvalueerd worden? En hoe leren leerlingen om hun eigen en elkaars werk effectief te beoordelen? In dit soort situaties wordt in het onderwijs steeds vaker gebruik gemaakt van rubrics. In dit blog lees je wat een rubric is, wat de voordelen zijn en hoe je rubrics effectief gebruikt bij het beoordelen van opdrachten.

Wat is een rubric?

Een rubric is een matrix die onderscheid maakt tussen ontwikkelingsniveaus op een specifiek prestatiecomponent. Voorbeelden van prestatiecomponenten voor een muziekopdracht waarbij leerlingen een liedje moeten zingen en maken kunnen bijvoorbeeld creativiteit, samenspel en vakmanschap zijn. Rubrics kunnen voor verschillende doeleinden worden gebruikt zoals bijvoorbeeld het beoordelen en evalueren van opdrachten, toetsen en presentaties. Bij Tijd voor Geschiedenis zijn de rubrics bijvoorbeeld uitstekend in te zetten bij keuze- en verdiepingsopdrachten of werkstukken en projecten. Rubrics verschillen van traditionele beoordelingsmethoden omdat ze leerlingen beoordelen op het werkelijke leerproces en hen duidelijk laten zien hoe hun werk wordt geëvalueerd. Daarmee zijn rubrics dus een geschikte manier om opdrachten transparant te beoordelen. Met rubrics krijgen leerlingen inzicht in waarom ze een bepaalde beoordeling gekregen hebben. Er zijn drie verschillende soorten rubrics die zich van elkaar onderscheiden.

Holistische rubric

Bij de holistische rubric krijgt de leerling een beoordeling op basis de volledig gemaakte opdracht. Met een holistische rubric kan een docent het eenvoudigst beoordelen. Echter is het met deze rubric complexer om gerichte feedback te geven.

Analytische rubric

Bij de analytische rubric wordt er onderscheid gemaakt tussen verschillende onderdelen en worden deze ook apart van elkaar beoordeeld. Dit type rubric is veelzijdig en wordt daarom ook het meest gebruikt. Met deze rubric kun je als docent gericht feedback geven.

Single-point rubric

Bij de single-point rubric, ook wel de rubric van 1 genoemd, staat het feedback geven centraal. In de middelste kolom wordt beschreven waar leerlingen aan moeten voldoen om een opdracht te behalen. Aan de verbeterpunten moeten leerlingen zelf invulling geven, waardoor het leerproces van de leerlingen verhoogd wordt. Wel kost het gebruiken van deze soort rubric de docent het meeste werk.

Formatieve toetsen evalueren met rubrics

Rubrics kunnen in het onderwijs ingezet worden om formatieve toetsen te evalueren. Het doel van formatieve beoordeling is om de prestaties van leerlingen te volgen om doorlopende feedback te geven. Formatieve beoordelingsmethodieken zoals rubrics kunnen door docenten gebruikt worden om hun lesgeven te verbeteren, en door leerlingen om hun leerproces te verbeteren. Met een formatieve toets geef je de leerling inzicht in waar ze staan (feedback), waar ze aan voldoen moeten (feedup), en wat nog gedaan moet worden om op een bepaald niveau te komen (feedforward).

Merk je dat leerlingen je herhaaldelijk vragen over de opdrachtcriteria, zelfs nadat je de nagekeken opdracht hebt teruggegeven? Met een rubric geef je leerlingen inzicht in wat er nou echt van hen verwacht wordt bij het maken van een opdracht. Als de rubric door zowel de docent als de leerling ingevuld wordt, kunnen zij samen in gesprek over de (eventuele) verschillen. Als je dit doet, dan krijg je niet de discussie of het cijfer nou een 7 of 8 moet zijn maar praat je samen over hoe ver de leerling gevorderd is in het leerproces. Dit is ook de kern van formatief toetsen. Ga in gesprek met leerlingen over het bereiken van hun persoonlijke leerdoelen.  

De voordelen van evalueren met rubrics

Het voordeel van het gebruik van rubrics bij formatieve beoordelingen is dat ze beschrijvend zijn. Natuurlijk kunnen rubrics worden gebruikt om summatief te evalueren, maar het het idee van een rubric is dat je de prestatie afstemt op de beschrijving in plaats van een cijfer te geven. Een rubric zorgt ervoor dat je transparant en effectiever beoordeeld ten opzichte van een summatieve toetsing zoals bijvoorbeeld een beoordelingsformulier waarbij alleen een onvoldoende, voldoende of goed gegeven wordt. De geschreven beoordelingscriteria zorgen ervoor dat je aan het begin, in het midden en aan het einde van een beoordelingssessie nog steeds hetzelfde beoordeelt. Het evalueren met rubrics heeft voordelen voor zowel docenten als studenten.

Rubrics helpen docenten bij:

Rubrics helpen leerlingen bij:

Waar moet je op letten bij het maken van een rubric?

Effectieve rubrics hebben passende criteria en goedgeschreven prestatiebeschrijvingen. Neem voor het maken van de rubric dus je tijd en spreek de beoordelingscriteria eventueel door met een collega. Als je rubric eenmaal staat, kun je deze ook doorspreken met de leerlingen voordat ze aan een bepaalde opdracht beginnen. Op deze manier weten de leerlingen waar ze naar toe moeten werken. Wil je een stapje verder gaan? Laat de leerlingen dan zichzelf beoordelen en laat ze, waar mogelijk, daarover met elkaar in gesprek gaan. Dit proces bevordert zelfreflectie en zelfsturing bij leerlingen. Gebruik bij de volgende opdracht dezelfde rubric zodat jij als docent en de leerlingen de voortgang kunnen zien. Hieronder zetten we nog een paar concrete tips op een rij om aan de slag te gaan met het maken van een rubric.

5 tips voor het maken van een goede rubric

  1. Maak een omschrijving die duidelijk maar niet te lang is
  2. Limiteer de beoordelingscriteria
  3. Beschrijf kwaliteit en niet kwantiteit
  4. Less is more: gebruik geen opsommingen in de rubric
  5. Maak een omschrijving die de ruimte geeft om creativiteit te beoordelen, maar wees niet te vaag

Rubrics en digitaal lesmateriaal

In onze digitale methodes hebben we verschillende mogelijkheden aangebracht om formatief te toetsen. Je kunt in de methode zelf een rubric toevoegen en maken. Je kiest eenvoudig voor welke klassen of zelfs voor welke individuele leerlingen je een bepaalde rubric gebruikt. Daarnaast kies je of jij als docent de rubric voor de leerlingen invult of dat je de rubric door de leerlingen zelf laat invullen. Vervolgens kun je in het overzicht ook bekijken wat de voortgang hiervan is. Na het invullen van de rubric zie je welke beoordeling jij de leerling of de leerling zichzelf gaf. Ook heb je hier de mogelijkheid om feedback te geven waarom een leerling op een bepaalde manier beoordeeld is. Als een single-point rubric gebruikt is kan hier aangegeven worden waarom een leerling nog op een bepaald level zit. In de methode vind je deze functie in het dashboard onder het kopje ‘Leerlingvolgsysteem’ en dan ‘Rubrics’.

Wij zetten ons in voor Toegankelijk Publiceren.
© Vodix 2022
Privacybeleid

crossmenu