“In mijn combinatiegroep 7•8 merk ik dat een groot  gedeelte van de leerlingen geen behoefte meer heeft aan de muzieklessen zoals ik gewend was deze te geven aan groep 3 tot en met 6. Ze vinden de liedjes saai en kinderachtig en zijn geïnteresseerd in muziek die meer “volwassen” is. Muziek waar zij zelf naar luisteren. De komende tijd ga ik in mijn klas de methode Popgroep 7•8 uitproberen en ik ben heel benieuwd hoe deze methode gaat aansluiten bij mijn klas. In een aantal blogs neem ik jou, de lezer, mee in mijn eerlijk en oprechte ervaring met deze methode. Wie ik ben? Dat lees je in dit blog!

Hoi! Ik ben Pien Roelofs, een vierdejaarsstudent aan de PABO in Rotterdam. Al vanaf het begin van mijn opleiding geniet ik het meest van het geven van cultuuronderwijs. Sinds ik zelf in groep 8 zat speel ik piano en op mijn vijftiende ben ik begonnen met improvisatietheater. In het eerste jaar van de PABO, toen ik begon met het geven van muzieklessen, merkte ik dat het gebruik van mijn keyboard hierbij een enorm voordeel is. Toch was dit nog niet ideaal, want ik had het idee dat het keyboard voor een barrière tussen mij en de klas zorgde… 

De oplossing was snel gevonden: met een oude gitaar van mijn tante, een pakje snaren en een stemapparaat ging ik aan de slag! Wel met een beetje hulp natuurlijk, want ik wist nog niks van gitaarspelen. Eerst leerde ik een paar makkelijke akkoorden en daarna zocht ik een liedje dat geschikt was voor mijn groep 4 - destijds. Het werd een lied over een tovenaar. Eerst zette ik mijn klas in de kring en vertelde ik een spannend verhaal over deze tovenaar, die op de zolder van de school zat opgesloten. Zelfs de grootste en stoerste jongen van de klas was ervan overtuigd dat we de tovenaar konden redden door het liedje te zingen. Tijdens het aanleren van het lied merkte ik inderdaad dat het gebruiken van een gitaar hierbij heel erg leuk was. Doordat ik met de kinderen in de kring zat, gaf dit écht het gevoel dat we samen aan het zingen waren. Sindsdien heb ik nooit meer een muziekles zonder mijn gitaar gegeven. 

Met liedjes over tovenaars moet je in groep 7 of 8 natuurlijk niet meer aankomen. Muziekles geven aan deze groep vind ik best een uitdaging, maar ik vind het wel heel belangrijk. Musiceren is een sociale activiteit, die zorgt voor een goede sfeer in de klas en die leerlingen leert samenwerken. Daarnaast helpt het bij de ontwikkeling van de hersenen. Bovendien is muziek maken gewoon ontzettend leuk - al ben ik als muziekfanaat natuurlijk wel een beetje bevooroordeeld - en dat wil ik aan mijn leerlingen meegeven!

In de volgende blog neem ik je mee in mijn eerste les met Popgroep 7•8. Blijf je mij volgen?”  

Zelf met Popgroep 7•8 aan de slag? Vraag hier een proefaccount aan.

We kunnen veel theorie delen over DAFtoetsen en waarom ze zo belangrijk zijn, maar soms moet je gewoon de praktijk laten praten. Toetsontwikkelaar Kirsten Nijhof legt uit hoe docenten met DAFtoetsen kunnen leren om een bijdrage te leveren aan het leren leren van leerlingen.

We hebben al uitgelegd wat DAFtoetsen zijn, maar wat betekent deze manier van diagnostische, adaptief en formatief toetsen nou eigenlijk in de praktijk?

Kirsten Nijhof is geschiedenisdocent en ontwikkelaar op de Amsterdam Liberal Arts & Sciences Academie (ALASCA), en daarnaast ook toetsontwikkelaar bij Tijd voor Geschiedenis. Op het ALASCA onderzoekt Kirsten de implementatie van metacognitie als motor voor de (professionele) ontwikkeling van leerlingen en docenten op haar school. Dit doet zij samen met de Werkplaats Onderwijsonderzoek Amsterdam.

Leren leren

Kirsten stelt dat het allemaal draait om "leren leren". Volgens haar zijn resultaten namelijk pas betekenisvol wanneer leerlingen er zelf echt wat van kunnen leren. "De meeste docenten zullen ernaar streven om goede lessen te maken die de leerlingen laten toewerken naar een betekenisvolle toets. Als geschiedenisdocent en ontwikkelaar op ALASCA, een innovatieve school in Amsterdam, heb ik makkelijk praten. Op onze school worden namelijk geen toetsen en cijfers gegeven: onze formatieve aanpak is erop gericht om leerlingen aan te sporen ambitieus te zijn en hun de kans te geven om te groeien. Om inzicht te krijgen in de ontwikkeling van de leerlingen maken we gebruik van rubrics, leerdoelen en formatieve toetsen, zoals de DAFtoetsen."

Metacognitief handelen

Kirsten onderzoekt dus de implementatie van metacognitie. Het draait hierbij om het eigen denken, handelen en leren te organiseren, te sturen en te controleren. Alsof je de PDCA-cyclus (plan, do, check, act) voor je eigen vaardigheden langsloopt: "wat moet ik doen?", "wat moet ik bereiken?", "hoe bereik ik dat doel?", "maak ik geen fouten, begrijp ik alles?" en "wat kan ik hiervan leren?". En vervolgens die reflectie meenemen voor het handelen in de toekomst.

Wanneer je leerlingen deze metacognitieve vaardigheden laat ontwikkelen, worden zij gedurende het leertraject steeds zelfstandiger. En met goede metacognitieve vaardigheden kunnen leerlingen een leertaak effectiever uitvoeren en dus steeds meer metacognitief gaan handelen. (Talenteducation, sd)

Fouten maken kun je (formatief) leren

Met DAFtoetsen kan een docent tussentijds vaststellen in hoeverre de leerdoelen zijn behaald bij het vak geschiedenis. Daarnaast krijgen leerlingen een kijkje in hun eigen leerproces en leren ze door fouten te maken iets groots te bereiken. Net zoals Winston Churchill leerde.

De Britse premier was iemand die in zijn leven fouten, of zelfs grote fouten, maakte. In de Eerste Wereldoorlog schreef Churchill aan zijn echtgenote Clementine: "Als ik geen fouten zou hebben gemaakt, zou ik ook niets hebben bereikt in mijn leven."

Verder groeien

En dit is uiteraard een overtuiging die wordt ondersteund door de DAFtoetsen. Leerlingen moeten namelijk de kans krijgen zichzelf te ontwikkelen en fouten te maken zonder dat daar gelijk een hard cijfer aan wordt gehangen. Door te leren leren komen leerlingen verder en krijgen ze de kans om verder te groeien.

Wil jij experimenteren met onze DAFtoetsen? Vraag dan gratis een proefaccount aan voor Tijd voor Geschiedenis of BeatsNbits!

‘Het is supercool om met je eigen lesmateriaal te werken’

Ze waren op zoek naar een digitale lesmethode voor het vak mens & maatschappij, maar vonden de bestaande methodes niet helemaal geschikt. Wat doe je dan? Nou, dan ontwikkel je ‘gewoon’ zelf een methode. Tom van den Eijnden en Jeroen Basten, docenten bij het Aeres VMBO in Almere, zijn de initiatiefnemers én auteurs achter de onlangs gelanceerde lesmethode Paspoort 21. In dit blog vertelt Tom hoe een idee is uitgegroeid tot een methode die nu al op meerdere scholen wordt gebruikt. 

Tom en Jeroen geven al een aantal jaar met veel plezier het vak mens & maatschappij op de vmbo-school in Almere. Een vak waarin veel onderwerpen samenkomen, zoals geschiedenis, aardrijkskunde, levensbeschouwing en maatschappijleer. En die verzameling van vakken is precies dé reden dat de docenten besloten een eigen methode te schrijven. Tom: “De bestaande methodes waren het voor ons nét niet. Te weinig gestructureerd en alle vakken liepen door elkaar heen. Dat kan beter, dachten we. Dus besloten we de stoute schoenen aan te trekken en zelf een methode te ontwikkelen.” 

Mee op reis

En zo geschiedde. Tom en Jeroen sloegen de handen in één en gingen schrijven. “Het uitgangspunt voor ons was om een methode te ontwikkelen die voor leerlingen écht leuk is om te volgen, en die past bij hun belevingswereld. Daarom speelt onze methode altijd in op de actualiteit. We nemen de leerlingen mee op een bijzondere reis, waarbij onze methode hun paspoort is tot de maatschappij”, legt Tom uit.

Onderscheidend 

Maar er zijn nóg meer punten waarop deze methode zich onderscheidt van andere methodes. Hierover vertelt Tom: “Omdat we de structuur misten bij bestaande methodes, was het voor ons belangrijk om dit juist wél aan te brengen. Leerlingen maken aan de hand van maatschappelijk actuele thema’s een reis door wereldwijde onderwerpen en tijdsperioden. Ieder thema kent een gelijke opbouw en bestaat uit vier paragrafen: oriëntatie, aardrijkskunde, geschiedenis en actualiteit.”

Methode groeit met de leerling mee

“Die reis maken leerlingen niet alleen, hier worden ze in begeleid. Naarmate ze verder komen in de methode wordt de reis steeds uitdagender. De methode groeit dus echt met de leerling mee. De teksten worden ieder thema een klein beetje groter, de vragen worden moeilijker en er zit een opbouw in tekstverwerking in de methode, die per thema steeds meer zelfstandigheid van de leerlingen vraagt.” 

Balletje gaan rollen

Goed, het idee om een eigen lesmethode te ontwikkelen is één ding. Maar hoe pak je dit aan, zodat het ook écht in de klas gebruikt kan worden? “In 2019 zijn Jeroen en ik naar een Vodix Academy (toen nog de ‘VO-Digitaal Academy’, naar de vroegere naam van de uitgever) geweest, waar we in gesprek kwamen met Ruben (adviseur bij Vodix, red.). Zij boden nog geen methode aan voor het vak mens & maatschappij, en wij deelden onze visie met hen. Eén en één is twee, dus vroeg Vodix ons om een nieuwe methode te ontwikkelen. Die uitdaging en mogelijkheid hebben wij met beide handen aangegrepen en zodoende is het balletje gaan rollen. Met onze input en hun expertise op het gebied van het ontwikkelen van digitale lesmethodes zijn we samen tot Paspoort 21 gekomen. En hoe gaaf: de methode wordt inmiddels al op meerdere scholen gebruikt!”

Werken met eigen materiaal 

“Als docent kan ik nu met mijn eigen materiaal werken. Dat is echt supercool! Maar nóg gaver vind ik het dat leerlingen goed op de methode reageren. Het is interactief, actueel, speels en leuk én het sluit aan bij hun belevingswereld. Dus ja, ik kan wel zeggen dat ons doel bereikt is.” 

Benieuwd of Paspoort 21 iets is voor jouw school? Lees hier meer over deze digitale lesmethode.  

Heb jij al gehoord van de DAFtoets? Niet? Dat kan kloppen, deze zijn namelijk door onszelf bedacht en zijn nu al te vinden in Tijd voor Geschiedenis & BeatsNbits! DAF staat voor diagnostisch, adaptief en formatief. Maar wat betekenen deze termen nou eigenlijk en wat is dan een DAFtoets? Dat leggen we je in dit blog haarfijn uit. 

Wat is een DAFtoets?

De DAFtoets is ontwikkeld om beter te voldoen aan de behoefte naar onderwijs dat meer formatief, gepersonaliseerd en gedifferentieerd is. Deze toets geeft elke leerling een persoonlijk overzicht van al dan niet behaalde leerdoelen. Op basis van een eerste reeks vragen krijgt de leerling herhalingsvragen en terugkoppeling naar de lesstof. Leerdoelen die zijn behaald komen niet meer terug.

Het idee achter een DAFtoets is dat de leerling op deze manier zelfstandig kan werken en zelf inzicht krijgt in zijn of haar leerproces. De leerling leert als het ware door fouten te maken. Een DAFtoets heeft elementen van diagnostische, adaptieve en formatieve toetsen.

Diagnostisch toetsen

Gedurende het leertraject is het belangrijk om te monitoren in hoeverre de leerling de lesstof beheerst. Diagnostische toetsen worden daarom tussentijds afgenomen, vanuit de toets krijgt de leerling feedback en wordt bekend welke onderwerpen meer aandacht vereisen. Een diagnostische toets wordt over het algemeen nagekeken en voorzien van feedback door de docent of een medeleerling (SLO, 2020). Echter, Vodix heeft ervoor gezorgd dat het systeem nakijkt. Er is binnen onze methodes dus geen docent nodig voor het nakijken van een diagnostische toets. Onze methodes geven automatisch feedback wanneer een vraag fout is beantwoord. Hierdoor krijgen leerlingen direct inzicht in hun leerproces. 

Adaptief toetsen

Bij adaptieve toetsen worden de opgaven tijdens de afname van de toets geselecteerd. Zo krijgt de leerling opgaven aangeboden die aansluiten bij zijn of haar niveau. Adaptief toetsen draagt - net als diagnostisch toetsen - bij aan het uitgangspunt van leren op maat: onderwijs is er vóór leerlingen en krijgt vorm dóór leerlingen.

Formatief toetsen

Iedere docent wil graag bijdragen aan de ontwikkeling van leerlingen. Om die ontwikkeling bij te houden kun je twee vormen van evaluering toepassen: formatieve en summatieve toetsing. Bij summatief toetsen draait het voornamelijk om het meten van kennis en vaardigheden van leerlingen op een bepaald moment, terwijl het bij formatief toetsen vooral gaat om het sturen en monitoren van de ontwikkeling van de leerling. Formatieve toetsen worden voorzien van feedback waarmee de leerling zich verder kan ontwikkelen. 

Voordelen van een DAFtoets

In een DAFtoets komen alle vormen van toetsen samen, met als uitgangspunt dat de leerling inzicht krijgt in zijn of haar vaardigheden en automatisch feedback ontvangt. De feedback is afhankelijk van hoe de leerling de toets maakt en wordt vervolgens gebruikt om adaptief herhalingsvragen te stellen, of koppelt de leerling terug naar bepaalde opnieuw te bestuderen lesstof. Dit levert voor docenten een sneller én beter overzicht op in welke fase een leerling zich bevindt en waar de behoefte ligt. Een DAFtoets past zich dus aan aan het niveau van de leerling. Wil jij experimenteren met onze DAFtoetsen? Vraag dan gratis een proefaccount aan voor Tijd voor Geschiedenis of BeatsNbits!

Nieuwsgierig hoe DAFtoetsen in de praktijk werken? Auteur Kirsten Nijhof neemt je in deze blog mee!

De wereld ontdekken en je rugzak vullen met kennis. Dát is het uitgangspunt van Paspoort 21, de nieuwe digitale lesmethode voor het vak mens & maatschappij. Deze methode is speciaal ontwikkeld voor de onderbouw op het vmbo en past bij de belevingswereld van de leerlingen. Samen met de docent gaan zij op een digitale ontdekkingsreis, waarmee zij hun paspoort creëren tot de maatschappij.

Stel je eens voor. Met een (digitale) rugzak om vertrek je op een bijzondere reis. Terug naar het verleden, waar je kennismaakt met pioniers die een belangrijke rol hebben gespeeld in de ontwikkeling van onze samenleving. Je reist verder door de tijd en je rugzak vult zich met kennis en vaardigheden. Dan beland je in het heden, waar relevante kwesties je leren over de samenleving anno nu. Aan het einde van de reis is je paspoort klaar. Het paspoort dat je ‘toegang’ geeft tot de maatschappij.

Theorie en verwerking in één leerproces

Dát is Paspoort 21 in een notendop. Deze nieuwe online lesmethode neemt leerlingen op een gestructureerde manier mee op ontdekkingsreis en behandelt relevante kwesties van vandaag de dag. Kernpunten van deze methode zijn de onderlinge verbondenheid tussen de thema’s, de chronologische opbouw van de inhoud, de toevoeging van actuele onderwerpen en de manier waarop theorie en verwerking samenkomen tot één logisch leerproces.

Voor én door docenten

Maar bovenal is het een methode die is ontwikkeld voor én door docenten. De auteurs van Paspoort 21 zijn Tom van den Eijnden en Jeroen Basten, docenten mens & maatschappij op een vmbo-school in Almere. Zij misten structuur in bestaande digitale methodes, waarop ze besloten om hun eigen lesmateriaal te ontwikkelen. In samenwerking met Vodix hebben zij een product neergezet dat de ins en outs van dit mooie vak helder overbrengt aan leerlingen. Ieder thema kent een gelijke opbouw en bestaat uit vier paragrafen: oriëntatie, aardrijkskunde, geschiedenis en actualiteit. Door de paragrafen heen komt ook economie aan bod.

Rode draad

Paspoort 21 onderscheidt zich door zijn leerlijn, die als een rode draad door de methode loopt. De leerlingen maken een reis door de wereld én de tijd. Als een echte reiziger kan de leerling de opgedane kennis meenemen in zijn of haar begrippen-backpack, een virtuele rugtas met belangrijke kernbegrippen die de leerling heeft verzameld. Deze kennis moeten de leerlingen ieder thema weer opnieuw gebruiken. Door deze doorlopende vorm van herhaling, verdieping en verwerking leren de leerlingen de maatschappij beter begrijpen en leren zij verbanden zien.

Ga mee op reis en krijg een rugzak cadeau

Ben je benieuwd naar Paspoort 21? Vraag een (gratis) proefaccount aan en ontdek hoe je jouw leerlingen kunt meenemen op een bijzondere ontdekkingsreis. Dan krijg je van ons een duurzame vilten Paspoort 21-rugzak cadeau, volledig gemaakt van gerecyclede frisdrankflessen.

Wie ons al langer volgt heeft vast wel eens gehoord van BeatsNbits, onze digitale methode voor het vak muziek waarmee leerlingen artistiek én cognitief worden uitgedaagd. Nieuw binnen BeatsNbits is Skillz, een trainingsprogramma dat helpt om leerlingen muziek beter te laten begrijpen. Maar bovenal is het een programma dat is ontwikkeld voor én door docenten. Michel Berendsen, uitgever van BeatsNbits, vertelt meer over het ontstaan van Skillz.

Iedere leerling is muzikaal, al is de één nét iets muzikaler dan de ander. Daarom is het belangrijk dat muziekonderwijs uitdagend is voor iedere leerling. Skillz is een trainingsprogramma met meer dan 12 onderdelen en 100+ levels waarmee leerlingen op speelse én interactieve wijze leren noten lezen, ritmes tikken, toonladders bouwen en instrumenten leren kennen. Hoe meer ‘skills’ zij ontwikkelen, hoe meer levels zij behalen. Hiermee is Skillz hét trainingsprogramma voor leerlingen van het voortgezet onderwijs om een betere muzikant te worden. Skillz past zich gemakkelijk aan het niveau van de leerling aan, waardoor het zowel in de onderbouw als in de bovenbouw gebruikt kan worden. Zelfs tot op conservatoriumniveau. 

Behoefte aan een meer uitgebreid trainingsprogramma 

“Er bestond al een soortgelijk trainingsprogramma binnen BeatsNbits, namelijk Skillbox”, vertelt Michel. “Dit werkte erg goed. Zo goed zelfs, dat er vanuit docenten behoefte was aan een meer uitgebreid trainingsprogramma om noten te lezen, het gehoor te trainen en ervaring op te doen met ritmes, toonladders en instrumenten. Dus besloten we om samen met ons team een programma te creëren dat nóg meer functies heeft dan Skillbox en tegelijkertijd eenvoudig in gebruik is.” 

Schets op papier

Terug naar de tekentafel dus, waar Michel met zijn team van ontwikkelaars aan de slag ging met een nieuw trainingsprogramma. “We zijn letterlijk begonnen met een schets op papier”, blikt Michel terug. “Wat moet het programma allemaal kunnen, wanneer gaan leerlingen door naar een volgend niveau, hoeveel levels moeten er zijn? Ons doel was om een programma te creëren waarin leerlingen door middel van game-elementen continu worden uitgedaagd om een hoger level te halen. Tegelijkertijd zijn we met onze technicus gaan sparren over de technische mogelijkheden van het trainingsprogramma. Hierbij is de input van docenten die al met BeatsNbits werken heel waardevol voor ons geweest, want hierdoor konden wij dit nieuwe trainingsprogramma op hun wensen laten aansluiten.” 

Mooie toevoeging

Wie denkt dat het lang geduurd heeft om Skillz te ontwikkelen, heeft het mis. In oktober 2021 zat het team voor het eerst met elkaar om tafel en in januari 2022 was Skillz al klaar voor gebruik. “Dat is inderdaad heel snel gegaan”, vertelt Michel lachend. “Maar we wisten eigenlijk gelijk dat dit een heel mooie toevoeging zou zijn voor BeatsNbits, waarmee we docenten en leerlingen écht verder kunnen helpen. Dus we zijn er met z’n allen vol enthousiasme mee aan de slag gegaan.” 

Geen toeters en bellen 

Een knap staaltje teamwork dus, dat heeft geresulteerd in een programma dat veel docenten al inzetten in de klas. “Het trainingsprogramma is makkelijk en efficiënt in gebruik, maar is tegelijkertijd heel uitgebreid. Het zit logisch in elkaar, zonder toeters en bellen”, licht Michel toe. “Maar de échte kracht van het programma zit ‘m in het feit dat het gekoppeld is aan BeatsNbits. Je kunt Skillz dus binnen deze lesmethode gebruiken. Hierdoor hoeven docenten geen externe programma’s aan te schaffen en kunnen zij in één vertrouwd systeem - met dezelfde inloggegevens - de verschillende onderdelen van de methode gebruiken én in één dashboard de vorderingen van de leerling volgen.”

Aan de slag met Skillz?

Ben jij na het lezen van dit artikel benieuwd naar het trainingsprogramma Skillz? Meld je vandaag nog aan en je ontvangt een proefaccount voor BeatsNbits. Daarna ontvang je tips & tricks om met Skillz te beginnen. Maak je al gebruik van BeatsNbits? Dan kun je meteen van start! En goed om te weten: Skillz is vanzelfsprekend gratis te gebruiken binnen de module van BeatsNbits. 

Als docent Burgerschap heb je vaak al genoeg op je bordje. Naast het geven van burgerschapslessen doceer je misschien ook andere vakken, begeleid je studenten, kijk je huiswerk na én woon je vergaderingen bij. Met de Interactieve Inleidingen – een nieuwe toevoeging aan onze methode Generation 24/7 – bieden wij je hulp bij het voorbereiden van je burgerschapslessen. Hiermee bespaar jij niet alleen kostbare tijd, maar het helpt je ook om je lessen structuur te geven. Lees maar!

Generation 24/7 is een digitale lesmethode voor het vak Burgerschap & LOB op het mbo, die studenten voorbereidt op de samenleving van de toekomst. Door middel van uitdagende opdrachten - die inspelen op relevante en actuele thema’s - leren zij hun mening te vormen, kritisch te denken én worden zij aangezet tot zelfreflectie. 

Hulp bij het voorbereiden van je lessen

Met een Interactieve Inleiding loop je tegelijkertijd met jouw studenten de les door. Met deze nieuwe functie word je door de opdrachtblokken van de verschillende themalessen geloodst én krijg je handreikingen voor de aanpak van de lessen. Handig, want dit scheelt jou veel tijd bij het voorbereiden van je lessen. Het enige dat je hoeft te doen is inloggen op je account van Generation 24/7 en je kunt aan de slag!

Meer structuur aan je les

Maar er is meer. De Interactieve Inleiding is tevens een hulpmiddel om je les structuur te geven. Het programma volgt de opbouw van het thema dat centraal staat in jouw les en linkt door naar gekoppelde opdrachten, waarmee studenten zelfstandig aan de slag kunnen. In de klas, in de bibliotheek, of zelfs thuis. 

Aan de slag met Interactieve Inleiding 

Interactieve Inleiding is sinds kort toegevoegd aan het lesmateriaal in de methode Generation 24/7. Log in op je account en je vindt deze nieuwe functie bij de themalessen onder het kopje ‘voor de docent’. En ook heel fijn: het is helemaal gratis! 

Veel docenten geven leerlingen gedetailleerde feedback op hun werk en opdrachten, in de hoop dat leerlingen hiervan leren en de feedback een daaropvolgende keer toepassen. Goede feedback zorgt ervoor dat de leerling beter leert van zijn fouten, maar het geven van feedback kost docenten een hoop tijd. Leerlingen elkaar feedback laten geven kan een goede oplossing zijn. Dit noemen we een ‘peer review’. Het bespaart jou als docent tijd, maar het heeft nog veel meer voordelen - vooral voor jouw leerlingen!  

Wat is een peer review?

Bij een peer review kijken leerlingen elkaars werk of opdrachten na. Het gaat hierbij niet om het geven van kritiek, maar van elkaar leren. Wanneer leerlingen een opdracht hebben gemaakt, ontvangt een medeleerling zijn werk om te beoordelen. Deze medeleerling leest het ontvangen werk eerst een keer in zijn geheel, zodat diegene een beeld krijgt van het werk. Daarna leest de medeleerling het opnieuw en schrijft hij tussendoor opmerkingen en vragen op. Als al het werk is doorgelezen, geeft de leerling een gedetailleerde beoordeling van de nagekeken opdracht. Deze laatste stap is de uiteindelijke peer review.

De voordelen

Veel onderzoekers en docenten zien peer reviews als ‘de meest effectieve manier van nakijken om het leren van leerlingen te verbeteren’. Leerlingen elkaars werk laten nakijken verlaagt bijvoorbeeld de werkdruk van docenten. Het heeft ook veel voordelen voor leerlingen zelf:

Waar moet een peer review uit bestaan?

De opbouw van een peer review kan worden gezien als een omgekeerde piramide. De belangrijkste informatie komt bovenaan, gevolgd door ondersteunende details. Het is belangrijk dat leerlingen elkaars opdrachten in zijn geheel nakijken en niet elke zin apart beoordelen. Dan kan het namelijk een wedstrijd worden wie de meeste spelfouten eruit haalt, maar het gaat natuurlijk om de inhoud. Hieronder zetten we de onderdelen van een goede peer review op een rij:

1. Samenvatting en indruk

Hier vat de nakijkende leerling in eigen woorden samen wat de medeleerling heeft onderzocht, en geeft zijn of haar algemene indruk van het werk. Dit deel van de peer review bevat inzichten op een hoger niveau. Bijvoorbeeld wat de leerling goed en minder goed heeft gedaan in de opdracht. Deze feedback helpt de leerling om te begrijpen of de opdracht de algemene doelstelling heeft bereikt. Ook laat het de leerling zien waar hij/zij aan kan werken in volgende opdrachten.

2. Bewijsmateriaal en ondersteunende voorbeelden

Dit onderdeel bevat specifieke voorbeelden om de feedback te onderbouwen. Als de nakijkende leerling bijvoorbeeld bij stap één heeft gezegd dat dingen overtuigend zijn verwoord, kan daarvan een specifiek voorbeeld worden gegeven. Aan de andere kant, als hij vindt dat het onduidelijk geschreven is, geeft de beoordelende leerling aan waarom diegene dat vindt. Kies daarbij het voorbeeld dat het beste bij de feedback past. Dit laat de leerling waarvan het werk wordt nagekeken zien hoe hij/zij volgende opdrachten kan verbeteren.

3. Aanvullende opmerkingen

Tot slot kunnen leerlingen tijdens het nakijken van elkaars werk aanvullende opmerkingen toevoegen. Dit kan kritiek zijn, maar kan ook worden gebruikt om complimenten te geven. Hiermee stimuleer je leerlingen om elkaar verder te beoordelen, waardoor zij meer regie op hun leerproces krijgen. Je kunt leerlingen ook meer regie over hun leerproces geven door formatief te toetsen met rubrics.

Eenvoudig starten met peer reviews

In onze digitale methodes zijn er mogelijkheden om leerlingen elkaars werk te laten nakijken. Dit is binnen Tijd voor Geschiedenis, Paspoort 21 en BeatsNbits bijvoorbeeld te vinden via de knop ‘huiswerk nakijken’ op het dashboard.

Op deze manier leren leerlingen kritisch te kijken naar een antwoord, denk bijvoorbeeld aan of de medeleerling de vraag goed heeft gelezen, of er wel antwoord is gegeven op de vraag en of alle onderdelen zijn benoemd.

Bij Generation 24/7 gaat het nakijken van elkaars huiswerk vooral over reflectie. Hoe heeft een medeleerling een opdracht gemaakt? Wat is de inhoud? Kunnen we over de inhoud praten, reflecteren of discussiëren? Daar gaat het bij de peer review om het samen leren kijken naar de maatschappij, van elkaar leren en elkaar ondersteunen. De keuzeopdracht is een voorbeeld van een peer review en samenwerking. Hier doet een leerling onderzoek naar een maatschappelijk onderwerp en verwerkt dit op een creatieve manier. Vervolgens gaat de leerling in gesprek met medeleerlingen die feedback geven op aspecten als inhoud en vorm.

Arno Lodders is docent burgerschap op het Rijn IJssel College CIOS in Arnhem. Naast burgerschapslessen geeft Arno daarnaast de vakken rekenen, Nederlands, Engels en ICT. Ook is hij loopbaancoach en mentor, en begeleidt hij veel studenten en klassen. Op het gebied van ICT onderhoudt hij de systemen op het Rijn IJssel. Hij geeft les aan studenten van mbo-niveau drie en vier, daarvoor gebruikt hij onze methode Generation 24/7. Hij omschrijft Generation 24/7 als een prettige methode met veel gevarieerde opdrachten die altijd actueel is. We spraken met Arno over hoe hij zijn burgerschapslessen vormgeeft op het Rijn IJssel College.

Burgerschap: een divers vak

Er bestaat voor burgerschap (nog) geen opleiding, dus vroegen wij Arno hoe het is om burgerschap te geven terwijl hij daar niet is voor opgeleid: “Ten eerste vind ik het altijd heel leuk om nieuwe dingen te leren, daarnaast heb ik ook nog een achtergrond op de universiteit waar ik culturele antropologie heb gestudeerd. Dat is een culturele studie over hoe culturen met elkaar omgaan, en hoe normen en waarden zich tot elkaar verhouden. Heel relevant voor burgerschap dus”. Daarnaast heeft hij ook geschiedenis gestudeerd waarna hij begonnen is met lesgeven. Met al deze ervaringen is hij het burgerschapsonderwijs in gerold. Daaraan voegde hij toe: “Maar wat ik wel echt heel jammer vindt is dat er geen opleiding is voor burgerschap”.

Een gevarieerde en relevante methode

Het Rijn IJssel College gebruikt Generation 24/7 nu ruim één jaar: “Dit is het eerste jaar dat wij Generation 24/7 gebruiken. Ik ben bij een van jullie bijeenkomsten geweest en toen sprak de methode me erg aan, omdat de methode erg gevarieerd en up-to-date is”. Ook vroegen we Arno wat de doorslag gaf om voor onze methode te kiezen: “De andere methodes die we hebben bekeken waren vooral op papier, waardoor de opdrachten vaak verouderd zijn en er ook niks meer bijgewerkt kan worden, zoals actualiteiten. Dit is ook iets wat ik erg belangrijk vind in een methode en wat ik ook vaak bespreek met mijn klas.”. Wat Arno ook noodzakelijk vindt, is dat je het gemaakte werk kunt verantwoorden tegenover de inspectie, zodat ze kunnen controleren wat de studenten gedaan hebben. Dit geldt ook voor de docent zelf: “We kunnen ook kijken naar de antwoorden die de studenten hebben gegeven, bijvoorbeeld een ‘ja’ zonder uitleg.”.

Het belang van burgerschap

Arno vertelde hoe hij zijn lessen burgerschap afstemde op studenten, omdat zijn studenten de opleiding sport en bewegen volgen. Op het Rijn IJssel College is burgerschap eigenlijk een lange tijd het ondergeschoven kindje geweest. Twee jaar geleden waren er voor het vak twee tot drie opdrachten, en als studenten die gemaakt hadden, hadden ze het vak burgerschap afgerond. Arno zegt daarover: “Langzamerhand vinden wij burgerschap steeds belangrijker worden, kijk maar naar thema’s als ‘Black Lives Matter’ en ‘de LGBT-community’. Deze thema’s zijn toch nog vaak een taboe in de sport. Vanaf aankomend schooljaar gaan we wekelijks burgerschapslessen geven, een paar uur in de week. Tijdens de lessen gaan aan de slag met opdrachten uit de methode, de actualiteit en ons eigen lesmateriaal dat we eenvoudig aan de methode toe kunnen voegen.”.

Generation 24/7 sluit aan bij de belevingswereld van de student

Voordat het Rijn IJssel College begon met Generation 24/7, hebben ook een paar klassen een presentatie gehad van een van onze adviseurs: “Die studenten vinden de methode heel prettig werken, vinden het fijn dat de methode digitaal is en ze zijn blij dat er veel gevarieerde opdrachten in de methode zitten. De ene keer moeten ze een filmpje inleveren, en dan andere keer een verslag.”.

Een methode met structuur en duidelijkheid

We vroegen Arno naar zijn favoriete functionaliteit in de methode. “Ik hou echt van structuur en van veel duidelijkheid, en dat zit zeker in de methode. Wat mij heel veel tijd bespaart, is dat er al veel opdrachten in de methode zitten, zodat ik die niet zelf hoef te verzinnen. Je kan ook opdrachten aan en uit zetten, waardoor je sommige minder relevante opdrachten weg kan laten. Vervolgens kun je met de meest relevante lesstof aan de slag.”, kortom, je kunt zeer gevarieerd te werk gaan volgens Arno.  

Samenwerken met gedeelde planners

Daarnaast waren we benieuwd naar hoe docenten van het Rijn IJssel samenwerken voor het vak burgerschap. Arno vertelt ons dat ze dit voornamelijk door middel van planners doen: “Ik heb planners gemaakt voor alle collega’s die ook met Generation 24/7 werken. Daarnaast kunnen collega’s mij gelukkig ook selecteren, vervolgens krijgen alle collega’s en studenten de planners ook te zien. Superhandig!”. Ook noemde hij dat dit tijdens het afstandsonderwijs ook heel handig is, want alle studenten weten nu op afstand ook wat de planning is en welke opdrachten ze moeten maken.

Burgerschap met Generation 24/7

Toen Arno voor het eerst in aanraking kwam met Generation 24/7 was hij eigenlijk direct enthousiast. Daarnaast zijn zijn studenten ook heel positief over de digitale methode. Arno wil iedereen meegeven dat burgerschap een enorm belangrijk vak is en niet het onderschoven kindje zou moeten zijn. Met Generation 24/7 kan het Rijn IJssel College het vak optimaal vorm te geven, en daar is Arno blij mee.

Wij zetten ons in voor Toegankelijk Publiceren.
© Vodix 2022
Privacybeleid

crossmenu