Leesduur: ± 5 min.

Het Houtkamp College in Doetinchem is sinds 2022 van start gegaan met onze digitale lesmethode Tijd voor Geschiedenis. De school was op zoek naar een online methode waarin meerdere vakken terugkomen. Lotte Fidder, docent op Het Houtkamp College, vertelt waarom de keuze op onze digitale lesmethode is gevallen. 

Lotte Fidder (33 jaar), is docent geschiedenis en levensbeschouwing. Het Houtkamp College is een school in opbouw, ontstaan uit een fusie van verschillende scholen. Hierdoor is de school nog flink in ontwikkeling. Alle vakken zijn onderverdeeld in leergebieden, waar aardrijkskunde en geschiedenis nu hun eigen methode hebben gekregen. Zo werken geschiedenis en levensbeschouwing docenten nu met Tijd voor Geschiedenis.

“We waren echt op zoek naar een online methode", start Lotte haar verhaal. "Tijd voor Geschiedenis sprak ons direct aan, omdat hierin veel mogelijk is. Ook qua het zelf toevoegen van materiaal. Bij ons is het de bedoeling dat we de methode als basis gebruiken en er vervolgens zelf nog veel aan toevoegen", aldus Lotte.

Makkelijk zelf materiaal toevoegen

Zo voegt ze zelf veel materiaal toe voor het vak levensbeschouwing. Hierbij is het voor Lotte en haar collega’s belangrijk dat de lesstof voor de leerlingen één overzichtelijk geheel is. “Nu staat het materiaal op één plek en dit werkt beter dan losse bladen. Zo is het voor de leerlingen het duidelijkst. En op deze manier is
er minder onderscheid tussen levensbeschouwing en geschiedenis. Dat is prettig, want bij ons werken wij aan een geheel.”

Meer uitdaging voor de leerlingen

De methode die Lotte en haar collega’s voorheen gebruikten, was alleen voor het vmbo beschikbaar en niet voor het havo en vwo. “Dat was wel echt een gemis. We merkten dat de lesstof niet op het niveau lag van de leerlingen. En nu is dit wél het geval. De leerlingen worden meer uitgedaagd. Ook zitten er veel vaardigheden in Tijd voor Geschiedenis. Ik merk dat de leerlingen in de lessen veel meer bezig zijn en meer worden geprikkeld en uitgedaagd. Het werkt gewoon veel fijner.”

Heel gebruiksvriendelijk

Lotte vertelt hoe zij en haar collega's Tijd voor Geschiedenis voor het eerst ervaarden.  “Er was makkelijk contact te leggen met de makers. We kregen een proefaccount, hebben er allemaal doorheen geklikt en merkten dat het enorm overzichtelijk was. De methode is heel erg gebruiksvriendelijk. We merkten het ook bij de leerlingen, ze konden er meteen hun gang mee gaan. En wij als collega’s ook.” Daarbij geeft Lotte aan dat zij en haar collega’s vanuit leerdoelen werken en hierop toetsen. Zij gebruiken de leerdoelen uit de methode of vormen deze om. Ook mede hierom sloot de methode goed aan op hun manier van werken.

Naast dat de methode zelf erg aansprak, geeft Lotte aan dat er vanaf het begin altijd goed contact is geweest met de makers. “Vragen worden snel beantwoord en adviseurs komen altijd langs zodra je daar behoefte aan hebt. Je wordt er echt in begeleid, wat erg fijn is.”

Testen met toetsen

Lotte en haar collega’s hebben nog niet getoetst in de methode. “Nee, dit hebben we nog niet gedaan, maar we hebben wel vragen uit de methode gehaald voor eigen toetsen en opdrachten. Dit willen wij nog wel graag binnen de methode gaan doen, waarschijnlijk in de volgende periode.” Ook wil Lotte aankomende tijd meer met de planner gaan werken, zodat ze alle opdrachten per week klaar kan zetten. Op deze manier kunnen haar studenten zelfstandiger en verder vooruit werken.

Ontdekkingsfase

Lotte geeft aan dat zij nu nog in de ontdekkingsfase zit. “Over een tijd kan ik nóg meer vertellen over de voortgang
van de leerlingen en kan ik mijn ervaring delen over het toetsen binnen de methode.” Daar houden we je aan, Lotte.
Wordt vervolgd dus!

Wil jij ook ontdekken of Tijd voor Geschiedenis past bij jouw manier van lesgeven?

Vraag vandaag nog een gratis proefaccount aan en ontdek het zelf!

Jouw studenten zijn de (actieve) deelnemende burgers van morgen. Aan jou de taak om hen zo goed mogelijk voor te bereiden op hun toekomstige rol in de arbeidsmarkt en maatschappij. Maar hoe pak je dit aan? Generation 24/7 is dé digitale lesmethode voor het mbo waarin Burgerschap en loopbaanontwikkeling begeleiding (LOB) samenkomen. Deze methode biedt jou alle handvatten die je nodig hebt om jouw studenten klaar te stomen voor de toekomst.

Stel je eens voor. Een methode die jouw werkdruk verlaagt, helpt bij het vormgeven van het vak burgerschap én de student helpt bij het ontwikkelen van soft skills, zoals empathie, zelfkennis, creatief denken en ondernemerschap. Dát is Generation 24/7. Door de heldere structuur - die voor elke situatie op maat te maken is - is deze methode eenvoudig te volgen. Voor de student én de docent.

Burgerschap én LOB

Maar dat niet alleen. Deze digitale methode combineert burgerschap en LOB. Een combinatie die volgens ons onmisbaar is om studenten niet alleen voor te bereiden op een

volwaardige deelname aan de maatschappij, maar óók klaar te stomen voor hun toekomstige beroep. Het voor LOB ontwikkelde materiaal in Generation 24/7 is op maat gemaakt, zodat het toepasbaar is op de persoonlijke situatie van iedere student.

Persoonlijk portfolio

De vier dimensies van burgerschap en de vijf competenties van LOB zijn de basis van de opbouw van Generation 24/7. Dit betekent overigens niet dat de methode via vaste routes behandeld moet worden. Via een planner kun je eenvoudig thematische routes voor je studenten inrichten. Hierbij kies je zelf hoe je een dimensie of competentie afrondt, bijvoorbeeld met Rubrics, toetsen of huiswerk. Alles samen vormt het persoonlijk portfolio, waarin de burgerschapsvorming en loopbaanontwikkeling begeleiding van de student staan beschreven

Aansluiting bij belevingswereld

Om studenten te motiveren moet je aansluiten bij hun belevingswereld. Daarom bestaat Generation 24/7 uit aansprekende opdrachten. Maar er is meer. De methode werkt ook met sector- en beroepsspecifiek materiaal én er wordt tweewekelijks ingespeeld op actuele thema’s. Dit bevordert de herkenbaarheid voor studenten, want wat zij leren heeft direct betrekking op hun toekomstige beroep.

Onmisbare combinatie

Ben jij ook overtuigd van het feit dat burgerschap en LOB een belangrijke combinatie zijn? Start vandaag nog met Generation 24/7 en leid jouw studenten op tot een burger van de maatschappij. Met een gratis proefaccount ontdek je vrijblijvend of deze methode past bij jouw klas.

De term DAFtoets staat voor diagnostische, adaptieve en formatieve toets. Wil je weten hoe we dit type toets toepassen in Tijd voor Geschiedenis? Lees dan snel verder.

We hebben al uitgebreid stilgestaan bij wat DAFtoetsen zijn. Ook lieten we toetsontwikkelaar Kirsten Nijhof aan het woord over DAFtoetsen in de praktijk om te vertellen waarom "leren leren" zo belangrijk is voor leerlingen. Maar hoe passen we de DAFtoets toe in onze methodes?

In onze methodes, waaronder Tijd voor Geschiedenis, zetten we de DAFtoets in om te meten of leerlingen de leerdoelen van het blok hebben behaald. Haalt de leerling bij de eerste toets een doel niet, dan volgt extra uitleg en twee keer een nieuwe kans om het doel alsnog te behalen. Aan het einde van de toets verschijnt een rapport met de behaalde leerdoelen en de RTTI-score.

We ontwikkelen de DAFtoets in het komende jaar verder voor alle hoofdstukken in Tijd voor Geschiedenis, maar ook in BeatsNbits en onze andere methodes.

Hoe passen we DAFtoetsen toe binnen Tijd voor Geschiedenis?

In Tijd voor Geschiedenis zijn de DAFtoetsen ontwikkeld per hoofdstuk voor de onderbouw. Bij ieder hoofdstuk is het kopje 'Test Jezelf' te vinden, dat leidt naar de DAFtoets van het betreffende hoofdstuk. Je kan een DAFtoets inzetten als diagnostische toets als een hoofdstuk volledig is behandeld om te kijken of de leerling de leerstof en vaardigheden beheerst. Op deze manier krijgen de leerlingen gericht inzicht in wat ze nog kunnen oefenen.

De leerling ontvangt feedback bij de vragen, zodat hij gericht kan terugkijken naar de leerstof en vaardigheden die horen bij dat leerdoel. De eerste vervolgtoets is adaptief, doordat alleen vragen terugkomen van de leerdoelen die de leerling nog niet beheerst. Na het maken van deze vervolgtoets ontvangt de leerling nogmaals feedback. Ditzelfde principe geldt ook voor de tweede vervolgtoets, die wederom is gericht op de nog te oefenen leerdoelen. Met de DAFtoets kan de leerling gericht oefenen met de leerstof en vaardigheden die hij nog niet beheerst en kan de docent de les inrichten op specifieke onderwerpen en vaardigheden die meer aandacht nodig hebben.

Het eerste dat de leerling ziet bij het openen van de DAFtoets zijn de leerdoelen van het hoofdstuk, oftewel datgene wat de leerlingen moet kennen en kunnen. Deze leerdoelen vormen de basis van de DAFtoets. De eerste toets bestaat uit tien vragen, waarbij iedere vraag is gekoppeld aan een specifiek leerdoel. Heeft de leerling de toets doorlopen, dan wordt inzichtelijk gemaakt welke leerdoelen de leerling beheerst en welke niet.

Meer weten over onze DAFtoetsen? Neem gerust contact met ons op.

De term DAFtoets staat voor diagnostische, adaptieve en formatieve toets. Wil je weten hoe we dit type toets toepassen in BeatsNbits? Lees dan snel verder.

We hebben al uitgebreid stilgestaan bij wat DAFtoetsen zijn. Ook lieten we toetsontwikkelaar Kirsten Nijhof aan het woord over DAFtoetsen in de praktijk om te vertellen waarom "leren leren" zo belangrijk is voor leerlingen. Maar hoe passen we de DAFtoets toe in onze methodes?

In onze methodes, waaronder BeatsNbits, zetten we de DAFtoets in om te meten of leerlingen de leerdoelen van het blok hebben behaald. Haalt de leerling bij de eerste toets een doel niet, dan volgt extra uitleg en twee keer een nieuwe kans om het doel alsnog te behalen. Aan het einde van de toets verschijnt een rapport met de behaalde leerdoelen en de RTTI-score.

We ontwikkelen de DAFtoets in het komende jaar verder voor alle hoofdstukken in BeatsNbits, maar ook in Tijd voor Geschiedenis en onze andere methodes.

Hoe passen we DAFtoetsen toe binnen BeatsNbits?

In BeatsNbits zijn de DAFtoetsen te vinden in de herziening van leerjaar 1 (2021) onder de naam 'Test jezelf'. Ook in de volgende leerjaren van de herziening wordt in elk blok zo'n toets toegevoegd. Je kan de DAFtoets kan aan het einde van een blok inzetten als diagnostische toets om te bepalen of de leerling de stof beheerst. Het is ook mogelijk om de leerling een DAFtoets aan het begin van een blok te laten maken om te bepalen welke kennis en vaardigheden de leerling al beheerst, zodat de leerling en docent weten welke stof de leerling kan overslaan en welke stof hij uitgebreid moet bestuderen.

Het eerste dat de leerling ziet bij het openen van de DAFtoets zijn de leerdoelen van het hoofdstuk, oftewel datgene wat de leerlingen moet kennen en kunnen. Deze leerdoelen vormen de basis van de DAFtoets. De eerste toets bestaat uit tien vragen, waarbij iedere vraag is gekoppeld aan een specifiek leerdoel. Heeft de leerling de toets doorlopen, dan wordt inzichtelijk gemaakt welke leerdoelen de leerling beheerst en welke niet.

De leerling ontvangt feedback bij de vragen, zodat hij gericht kan terugkijken naar de leerstof en vaardigheden die horen bij dat leerdoel. De eerste vervolgtoets is adaptief, doordat alleen vragen terugkomen van de leerdoelen die de leerling nog niet beheerst. Na het maken van deze vervolgtoets ontvangt de leerling nogmaals feedback. Ditzelfde principe geldt ook voor de tweede vervolgtoets, die wederom is gericht op de nog te oefenen leerdoelen. Met de DAFtoets kan de leerling gericht oefenen met de leerstof en vaardigheden die hij nog niet beheerst en kan de docent de les inrichten op specifieke onderwerpen en vaardigheden die meer aandacht nodig hebben. Hiervoor kan hij de oefening in de vragenblokken gebruiken en de oefeningen bij Samenvatting en Skillz.

Meer weten over onze DAFtoetsen? Neem gerust contact met ons op.

“In mijn combinatiegroep 7•8 merk ik dat een groot  gedeelte van de leerlingen geen behoefte meer heeft aan de muzieklessen zoals ik gewend was deze te geven aan groep 3 tot en met 6. Ze vinden de liedjes saai en kinderachtig en zijn geïnteresseerd in muziek die meer “volwassen” is. Muziek waar zij zelf naar luisteren. De komende tijd ga ik in mijn klas de methode Popgroep 7•8 uitproberen en ik ben heel benieuwd hoe deze methode gaat aansluiten bij mijn klas. In een aantal blogs neem ik jou, de lezer, mee in mijn eerlijk en oprechte ervaring met deze methode. Wie ik ben? Dat lees je in dit blog!

Hoi! Ik ben Pien Roelofs, een vierdejaarsstudent aan de PABO in Rotterdam. Al vanaf het begin van mijn opleiding geniet ik het meest van het geven van cultuuronderwijs. Sinds ik zelf in groep 8 zat speel ik piano en op mijn vijftiende ben ik begonnen met improvisatietheater. In het eerste jaar van de PABO, toen ik begon met het geven van muzieklessen, merkte ik dat het gebruik van mijn keyboard hierbij een enorm voordeel is. Toch was dit nog niet ideaal, want ik had het idee dat het keyboard voor een barrière tussen mij en de klas zorgde… 

De oplossing was snel gevonden: met een oude gitaar van mijn tante, een pakje snaren en een stemapparaat ging ik aan de slag! Wel met een beetje hulp natuurlijk, want ik wist nog niks van gitaarspelen. Eerst leerde ik een paar makkelijke akkoorden en daarna zocht ik een liedje dat geschikt was voor mijn groep 4 - destijds. Het werd een lied over een tovenaar. Eerst zette ik mijn klas in de kring en vertelde ik een spannend verhaal over deze tovenaar, die op de zolder van de school zat opgesloten. Zelfs de grootste en stoerste jongen van de klas was ervan overtuigd dat we de tovenaar konden redden door het liedje te zingen. Tijdens het aanleren van het lied merkte ik inderdaad dat het gebruiken van een gitaar hierbij heel erg leuk was. Doordat ik met de kinderen in de kring zat, gaf dit écht het gevoel dat we samen aan het zingen waren. Sindsdien heb ik nooit meer een muziekles zonder mijn gitaar gegeven. 

Met liedjes over tovenaars moet je in groep 7 of 8 natuurlijk niet meer aankomen. Muziekles geven aan deze groep vind ik best een uitdaging, maar ik vind het wel heel belangrijk. Musiceren is een sociale activiteit, die zorgt voor een goede sfeer in de klas en die leerlingen leert samenwerken. Daarnaast helpt het bij de ontwikkeling van de hersenen. Bovendien is muziek maken gewoon ontzettend leuk - al ben ik als muziekfanaat natuurlijk wel een beetje bevooroordeeld - en dat wil ik aan mijn leerlingen meegeven!

In de volgende blog neem ik je mee in mijn eerste les met Popgroep 7•8. Blijf je mij volgen?”  

Zelf met Popgroep 7•8 aan de slag? Vraag hier een proefaccount aan.

We kunnen veel theorie delen over DAFtoetsen en waarom ze zo belangrijk zijn, maar soms moet je gewoon de praktijk laten praten. Toetsontwikkelaar Kirsten Nijhof legt uit hoe docenten met DAFtoetsen kunnen leren om een bijdrage te leveren aan het leren leren van leerlingen.

We hebben al uitgelegd wat DAFtoetsen zijn, maar wat betekent deze manier van diagnostische, adaptief en formatief toetsen nou eigenlijk in de praktijk?

Kirsten Nijhof is geschiedenisdocent en ontwikkelaar op de Amsterdam Liberal Arts & Sciences Academie (ALASCA), en daarnaast ook toetsontwikkelaar bij Tijd voor Geschiedenis. Op het ALASCA onderzoekt Kirsten de implementatie van metacognitie als motor voor de (professionele) ontwikkeling van leerlingen en docenten op haar school. Dit doet zij samen met de Werkplaats Onderwijsonderzoek Amsterdam.

Leren leren

Kirsten stelt dat het allemaal draait om "leren leren". Volgens haar zijn resultaten namelijk pas betekenisvol wanneer leerlingen er zelf echt wat van kunnen leren. "De meeste docenten zullen ernaar streven om goede lessen te maken die de leerlingen laten toewerken naar een betekenisvolle toets. Als geschiedenisdocent en ontwikkelaar op ALASCA, een innovatieve school in Amsterdam, heb ik makkelijk praten. Op onze school worden namelijk geen toetsen en cijfers gegeven: onze formatieve aanpak is erop gericht om leerlingen aan te sporen ambitieus te zijn en hun de kans te geven om te groeien. Om inzicht te krijgen in de ontwikkeling van de leerlingen maken we gebruik van rubrics, leerdoelen en formatieve toetsen, zoals de DAFtoetsen."

Metacognitief handelen

Kirsten onderzoekt dus de implementatie van metacognitie. Het draait hierbij om het eigen denken, handelen en leren te organiseren, te sturen en te controleren. Alsof je de PDCA-cyclus (plan, do, check, act) voor je eigen vaardigheden langsloopt: "wat moet ik doen?", "wat moet ik bereiken?", "hoe bereik ik dat doel?", "maak ik geen fouten, begrijp ik alles?" en "wat kan ik hiervan leren?". En vervolgens die reflectie meenemen voor het handelen in de toekomst.

Wanneer je leerlingen deze metacognitieve vaardigheden laat ontwikkelen, worden zij gedurende het leertraject steeds zelfstandiger. En met goede metacognitieve vaardigheden kunnen leerlingen een leertaak effectiever uitvoeren en dus steeds meer metacognitief gaan handelen. (Talenteducation, sd)

Fouten maken kun je (formatief) leren

Met DAFtoetsen kan een docent tussentijds vaststellen in hoeverre de leerdoelen zijn behaald bij het vak geschiedenis. Daarnaast krijgen leerlingen een kijkje in hun eigen leerproces en leren ze door fouten te maken iets groots te bereiken. Net zoals Winston Churchill leerde.

De Britse premier was iemand die in zijn leven fouten, of zelfs grote fouten, maakte. In de Eerste Wereldoorlog schreef Churchill aan zijn echtgenote Clementine: "Als ik geen fouten zou hebben gemaakt, zou ik ook niets hebben bereikt in mijn leven."

Verder groeien

En dit is uiteraard een overtuiging die wordt ondersteund door de DAFtoetsen. Leerlingen moeten namelijk de kans krijgen zichzelf te ontwikkelen en fouten te maken zonder dat daar gelijk een hard cijfer aan wordt gehangen. Door te leren leren komen leerlingen verder en krijgen ze de kans om verder te groeien.

Wil jij experimenteren met onze DAFtoetsen? Vraag dan gratis een proefaccount aan voor Tijd voor Geschiedenis of BeatsNbits!

Wij zetten ons in voor Toegankelijk Publiceren.
© Vodix 2022
Privacybeleid

crossmenu